Arminius debat over Zuid Vooruit! Kan Rotterdam dit alleen?

Woensdagavond 7 december kwamen 200 mensen af op het debat over het nationale programma Kwaliteitssprong Zuid in de Arminiuskerk. Het debat werd ingeleid met een column van Vincent Taapken en geleid door Nico Haasbroek.
Vincent Taapken is stadsontwikkelaar bij New Industry hij woont op Zuid en kijkt vanuit zijn huis neer op Rotterdam Noord, West en Zuid. Oost ka hij niet zien. Hij kent de vooroordelen over dit deel van Rotterdam. Hij ziet ook alle kansen en wil er met een positieve blik tegenaan. Zij column zette de trend voor een debat over ‘Zuid Vooruit! Kan Rotterdam dit alleen?

Nico Haasbroek leidde het debat en introduceerde:
Vincent Taapken,
Reimar von Meding, architect bij KAW architecten en adviseurs
Harry-Jan Bus, directeur theater Walhalla in Katendrecht
Dennis Lausberg, regiodirecteur Charlois Woonstad Rotterdam
Willem van Spijker, Van Vieren adviesbureau
Ed Goverde, voorzitter dagelijks bestuur deelgemeente Charlois

In de kerk 200 verschillende deelnemers/toeschouwers van het debat. Een aantal van hen kwam uit Zuid.

Dennis Lausberg zei er blij mee te zijn dat er handtekeningen onder het plan zijn gekomen en gaf aan wat er in Pendrecht onder de vlag van Pact op Zuid gebeurd is in de Tuin op het Zuiden en gaat gebeuren. Hij ziet de Kwaliteitssprong als een voortzetting van Pact op Zuid en vindt dat er nog minsten 20 jaar moet worden doorgegaan.

Er wordt ingezet op talentontwikkeling, economie en de fysieke kant van Zuid.

Harry-Jan Bus waarschuwde men niet te snel de handen af moet trekken van wijken waar al succes geboekt is zoals Katendrecht, waar hij woont en werkt en Pendrecht. Dat gebeurt volgens hem teveel in Rotterdam.

Van Reimar van Meding verscheen er de dag erna een artikel over Zuid Vooruit! in de Volkskrant:

In Rotterdam-Zuid moet je lullen en prutsen

Reimar von Meding,
OPINIE
De projecten om Rotterdam-Zuid te verbeteren worden steeds groter en abstracter. Gewoon beginnen, dat werkt veel beter.

‘Sterker door strijd’ is de wapenspreuk van Rotterdam. Het had ook kunnen zijn ‘niet lullen maar poetsen’. Op Rotterdam-Zuid daarentegen is het meer: ‘lullen en prutsen’.

Ondanks een lange geschiedenis van vernieuwingsprogramma’s wil de vooruitgang van de wijken ten zuiden van de Maas maar niet lukken. In de jaren zeventig en tachtig was het ‘stadsvernieuwing van Feyenoord’, in de jaren negentig werd het ‘Kop van Zuid’, daarna kwam het ‘Pact op Zuid’ en nu hebben we een ‘Nationaal Programma Zuid’.

Kortom: de aandacht verschuift steeds meer van een wijk waar mensen wonen naar een abstract nationaal programma.Het lijkt alsof men probeert de opgave almaar groter te maken. In de tussentijd wordt vooral de afstand met de bewoners van de wijken groter. Terwijl we één ding geleerd zouden moeten hebben: sociale stijging en vooruitgang realiseer je het beste mét de mensen waar het om gaat.

Er is best geld, maar het kan maar één keer worden uitgegeven. En er zal niets extra’s van het Rijk bij komen. Verspilling is dus uit den boze. In het industriële productieproces heeft men hiervoor het ‘lean’ werken uitgevonden: alles staat in het belang van de klant, alles wat daar niet toe dient, wordt radicaal geëlimineerd. Verschillende handelingen sluiten naadloos op elkaar aan en de kwaliteit van de onderdelen moet extreem hoog zijn. Zo zou het ook moeten gaan op Zuid.

Wil je met mensen in gesprek gaan over hun persoonlijke situatie, dan moet je ze eerst zien te bereiken. Iedereen die bij een woningcorporatie of gemeente werkt, weet hoeveel energie en kosten hiermee gemoeid zijn. De afdeling communicatie maakt een plan, mensen in het veld gaan ermee aan de slag, de resultaten gaan naar de afdeling die plannen maakt, die sturen het door naar degene die het uiteindelijk uitvoert, enzovoorts. Bij elke stap gaat informatie verloren en ontstaat vertraging.

Dit proces kun je ook omkeren en integraal benaderen. Begin bijvoorbeeld bij de uitvoering: als je een woning renoveert, kom je automatisch bij iedereen binnen en je hebt contact. Je moet natuurlijk niet de loodgieter vragen een gesprek over opleidingskosten met de bewoner te voeren. Stuur iemand mee die verstand heeft van sociale programma’s en je bespaart niet alleen de kosten voor een duur communicatietraject, maar je kunt ook direct en concreet handelen.

Rotterdam kan grote projecten prima aan, als er sprake is van een eenduidig probleem. Maar Rotterdam-Zuid kent geen eenduidig probleem. Alleen al het aantal belanghebbenden is grofweg 200 keer zo groot als bijvoorbeeld bij het project rond het Centraal Station in Rotterdam, dat ook al enorm is. Door de opgave op Zuid constant als één project te benoemen, is het onmogelijk geworden ergens te beginnen.

Rotterdam zou meer in de kleine projecten moeten geloven. Er moeten 35.000 woningen worden gerenoveerd, waarvan 23.000 van particulieren. Een complexe opgave. Maar je zou ook morgen kunnen beginnen met de renovatie van één woning! Direct beginnen en laten zien dat je iets doet, levert meer vertrouwen op dan beloftes en plannen. Je bent geloofwaardig en kunt rekenen op spin-off.

Rotterdam zou zich moeten ontdoen van het ‘Nationaal Programma’. Er komt toch geen geld van het rijk, alleen advies en expertise. Laten we ook Haagse ambtenaren naar Rotterdam-Zuid kijken? Maak het probleem alsjeblieft niet nog groter!

Doop het nationaal programma om naar een nationaal onderzoek: laat rijksambtenaren opschrijven hoe ze in Rotterdam omgaan met stadsvernieuwing in een nieuw tijdsgewricht. Daar kun je wat mee elders in het land en dat is pas echt van nationaal belang!

Na afloop verzuchtte Nico Haasbroek het een bijzondere avond te vinden. 20 jaar volhouden? Zo gaat dat niet in de politiek. Voegde hij er aan toe.