De gevleugelde vrienden van Plein 1953

In de vijver van Plein 1953 zwemt een zwaan. Alleen. Niet meer de jongste. En iedereen zorgt voor het dier.
Joke zag vanuit het Pendrecht Museum dat de zwaan op zoek ging naar voedsel. Ze nam een heerlijk volkoren koekje uit de trommel en ging naar buiten.

De overige medewerkers van de rollatorwerkplaats keken geamuseerd toe. Zou het beest Joke een vinger afbijten? Waarom is ze niet bang voor zo’n zwaan? Zijn toch niet altijd de meest vriendelijke dieren?

Maar nee hoor. Niks van dat alles. De zwaan nam het koekje in zijn snavel en liet het bijna meteen weer vallen op het plein. Het zal van aan iets anders gelegen hebben. De heren van de gebitten, de techniekers kennen de aard van het beestje misschien wel het best. Zij gooiden zacht wittebrood op het plein en daar ging het dier gretig op in. Door de regen was het brood ook nog lekker soppig en nog zachter geworden. Niet alleen de zwaan werd getrokken door het voer. Het beest had terstond een hele zwerm duiven om zich heen.

Zou die zwaan een zwak gebitje hebben?

En gaan de tandtechnici iets nieuws voor het dier in elkaar schroeven? En krijgt ie dan net als Kermit ineens een kunstgebit in zijn snavel gefrommeld?

Dan kan ie vast die volkorenkoekjes ook aan en leert ie de volle smaak van die lekkernij ook waarderen.