De Ster van Pendrecht

Er werd getoast in de hal van het kantoor van Woonstad Rotterdam. De werkplek van het personeel was omgetoverd tot een restaurant. Er was ook entertainment. Vooral Andrew Dean viel in de smaak.
Hij zei trots te zijn op het pand en trots op de manier van werken. De kantjes eraf lopen kan niet meer. Iedereen uit de directe omgeving kan zien wat men aan het doen is en zeker je collega’s zien alles met al dat glas.

Hij toastte op de band die er is tussen de bewoners, huurders en Woonstad Rotterdam. En doopte het pand als de Ster van Pendrecht.

De eerste entertainer zette het imago van de corporatie meteen in een ander daglicht. Toos bleek geen hoge pet op te hebben van Woonstad Rotterdam en haar medewerkers.

Dat weerhield de vertegenwoordigers van de bewoners er niet van om zich meteen te verdringen voor de barbecue.

Die bleek geweldig.

Er werd je ook een kijkje gegund naar de rest van het pand en iedereen werd onderworpen aan een enquete.

De slot act was van Andrew Dean. Een Caribische man, maar zijn liedjes ademden iets heel anders. Hij zong André Hazes, alsof hij de teksten zelf geschreven had.

Het lukte hem zelfs de bewoners en medewerkers van Woonstad Rotterdam aan het dansen te krijgen.

Het pand van Woonstad Rotterdam kan ook voor bewonersbijeenkomsten gebruikt worden.

Die naam Ster van Pendrecht zou weleens goed kunnen gaan passen.