Hij sprak zijn bewondering uit voor wat hij allemaal gehoord en gezien had. En sprak zijn zorg uit over de toekomst en het politieke beleid van Rotterdam. Hij is zelf niet één van de rijksten en zei: “Soms ben ik bang dat ik ook over dat hekje gekieperd wordt!”
Veel bewoners die in Opzoomeren of in Mensen Maken de Stad actief zijn behoren tot zijn “soortgenoten” en hebben vaak hetzelfde gevoel als Gerard: “Hoor ik er volgens het Rotterdamse college van B&W en volgens de hoofdstroom in de Rotterdamse politiek nog wel bij?” Misschien maakte Gerard met die opmerking het essay wel heel praktisch en duidelijk naar de zaal en de politici toe.