Goede raad is gratis!

Ontslagperikelen.

Mevrouw X. en mevrouw Y. maakten binnen 30 seconden na binnenkomst op het spreekuur geheel duidelijk dat zij een probleem hadden met de werkgever. Hij wilde hen ontslaan en had daartoe de overeenkomst opgezegd. Beide dames legden een brief op tafel, die na bestudering inderdaad een opzegging bleek te bevatten. Op het werk was een ruzie ontstaan, waarbij de dames het geheel oneens waren met hun chef en voor elkaar partij hadden getrokken. Deze chef had de zaak echter hoog ingestoken bij personeelzaken: met twee opzegbrieven tot gevolg.
Na bestudering van de arbeidsovereenkomsten bleek dat beide dames (het waren ook vriendinnen) vrijwel gelijktijdig in dienst getreden waren voor een contract van bepaalde duur met de looptijd van één jaar. Daarna was er verlengd en nog een keer verlengd. Beide dames zaten nu in het derde contract, dat nog ongeveer een halfjaar te gaan had. Uit het contract was ook te lezen dat er een tussentijdse opzegmogelijkheid bestond. Met een opzegtermijn van een maand kon er gewoon opgezegd worden. En dat had de werkgever dus gedaan!
Wat niet in het contract stond, maar wel uit de wet voortvloeit, is dat er bij tussentijdse opzegging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd een ontslagvergunning van het CWI Juridische Zaken vereist is. Aangezien de rel waarover dit arbeidsconflict ontstaan was nogal “knullig” was, kan in redelijkheid verwacht worden dat een verzoek om toekenning van een ontslagvergunning zou worden afgewezen. De staat van dienst van de dames tot heden was (naar eigen zeggen) onberispelijk en het was vreselijk druk op het werk, zodat ook bedrijfseconomische gronden voor het ontslag zouden ontbreken.
Met een brief kan de werkgever er dan opmerkzaam op gemaakt worden dat de ontslagvergunning vereist is en dat zonder deze vergunning niet opgezegd kan worden, waarmee de gedane opzegging niet rechtsgeldig is. Het ontslag doorzetten zou leiden tot schadeplichtigheid. Waarschijnlijk zou deze zaak daarmee overwaaien.
Voor de toekomst was echter een waarschuwing vereist: er was nu weliswaar twee keer verlengd, maar de werkgever zou daarvan kunnen afzien en de werknemer kunnen houden aan de afgesproken beëindiging tegen het einde van het derde jaar. Alsdan zal geen verweer mogelijk zijn: afgesproken is afgesproken! Dus a.u.b. geen knullige ruzies meer…………

Arnold Petie, sociaal raadsman Pendrecht-Zuidwijk.