Op de bovenste foto Ritesh en Mike. Ritesh en Mike horen niet bij PDT. ,,Het zijn die jongens bij het basketbalveldje die echt bij de groep horen. ” luidt het onderschrift bij de in het AD/RD en daaronder de foto van Rinus Meupelenberg bij het stukje dat Rinus schreef en op 21 augustus 2007 op deze site stond.
Het AD van vrijdag 4 juli schrijft:
Criminele bendeleden uit de wijk gezet
Vijf criminele jongens uit een Pendrechtse jeugdbende dragen het stempel ‘hulpverleningsresistent’. Alles is geprobeerd om hen op het rechte pad te krijgen.
De geboden hulp is geweigerd, niets heeft gewerkt. ‘Nu zetten we ze uit de wijk.’
Het maakte Rotterdammer Rinus Meupelenberg niet bang. Vooral boos eigenlijk. Op zijn keukenraam werden met witte verf de letters PDT gekalkt. Eerder verscheen op een zijmuur van zijn huis dezelfde afkorting in teer. Hij stapte naar de politie en deed aangifte. ,,Die grapjas schijnt het overal te doen, maar ik ben die verloedering zó zat.”
Een groepje jongens op straat barst in lachen uit na de vraag: ‘Wat is dat, PéDéTé?’ ,,Het is PieDieTie, op z’n Engels. Voor Pendrecht natuurlijk. Wij schrijven dat alleen in onze schriftjes maar die grote boys verderop, die spuiten met graffiti op alle muren. Ze hebben ook T-shirts en eentje heeft zelfs een PDT-tatoeage.”
Pronken met de Charloise wijk Pendrecht, het toont hoe verknocht en trots de jongens zijn op hún wijk. Ook in andere wijken tonen de jongeren hun verbondenheid. Als bendes zichzelf een naam geven, klinkt hier vaak hun woonplek in terug. Of hun afkomst (Cabo Pimp Unit) of een Amerikaans voorbeeld (Thug Blood Soldiers). Niet alleen met de naam van de eigen buurt wordt te koop gelopen, maar ook met de postcode 3086 of het netnummer 010. Deze namen worden op de muren gespoten.
Het wijst op territoriumdrift, zo weet de Ridderkerkse wijkteamchef Roland van der Hilst. Waarbij de ene groep de andere uitdaagt door hun tags (een soort tekening of letters bedoeld als handtekening) in de andere wijk te zetten. ,,We hebben last van rivaliserende groepen. In Ridderkerk zijn bijvoorbeeld de Bolnes Outlawz actief, die overigens niet tegen de groep in Pendrecht strijden. Vooral op internet worden hele oorlogen tussen groepen gevoerd via filmpjes en rapbattles. In da hood, in de buurt, uiten ze dat in graffiti. Bloods en Crips heb je in Rotterdam ook. Ja, natuurlijk is dat copy cat-gedrag. Je ziet het vooral terug in graffiti, niet zozeer op andere manieren. Het stelt hier absoluut niet hetzelfde voor als in Amerika, maar je houdt soms je hart vast.”
Soms maken jongens het zo bont dat een gedwongen verhuizing volgt. En dat komt dan hard aan. Zo’n anderhalve week geleden sneuvelden de ruiten bij de stadsmarinier. Volgens boze tongen een wraakactie van een probleemjongere die mogelijk moet verhuizen door zijn gedrag, hoewel de politie zegt dat het ging om een groep jongens. ,,Die hadden al meerdere ruiten ingegooid van huizen en auto’s,” licht een woordvoerster toe.
Wraakactie of niet, betrokkenen laten geen ruimte voor twijfel: haal je de jongens uit hun wijk, dan raak je ze op hun gevoeligste plek. Hij kan zich niet langer afficheren met zijn buurt of met zijn vrienden. Hij staat er alleen voor.
In de ogen van Luz Kromhout – beleidsmedewerker risicojeugd in deelgemeente Charlois – én de Charloise DOSA-regisseur Emile Goyvaerts is het soms de laatste kans om iemand op het juiste pad te krijgen. ,,Ze hebben een ‘nee-dossier’ opgebouwd,” zegt Goyvaerts. ,,We hebben alles uit de kast getrokken, van gezinscoach tot een straf in een jeugdgevangenis. Dan trekken we een streep. Ze blijven in negatieve zin opvallen. Ze moeten de wijk uit.”
De stadsmarinier probeert dit met hulp van advocaat en verhuurder te organiseren. ,,Voor de eerste keer ervaren deze jongeren dat het niet werkt om een grote bek te hebben. Ze voelen zich niet langer onaantastbaar. Na overplaatsing merk je dat ze opeens wel maatschappelijk werk accepteren,” zegt Goyvaerts. ,,Maar de gedwongen verhuizing zorgt ook voor een schrikeffect voor de achterblijvers. Met het vertrek van de leiders staan die meer open voor hulp.”
Rotterdam telt 23 criminele bendes
In Rotterdam zijn zeker 23 criminele straatbendes actief. De jongeren bezondigen zich aan allerlei misdrijven zoals diefstal, woningoverval en straatroof. In totaal telt Rotterdam 88 jeugdgroepen. De politie en de gemeente onderscheiden drie categorieën: hinderlijk, overlastgevend en crimineel.
Ten opzichte van een jaar geleden is het totale aantal Rotterdamse jeugdgroepen met 31 procent gedaald van 127 naar 88. Het aantal criminele bendes in de stad daalde met 70 procent.
‘Voor een wijk is het een zegen als zo’n gezin verdwijnt’
Een gedwongen verhuizing van een van de leiders van de groep naar een andere wijk, een andere stad of zelfs een ander land. Criminoloog Henk Ferwerda, directeur van Advies- en Onderzoeksgroep Beke, meent dat deze rigoureuze maatregel ook voor de jongere in kwestie een nieuwe kans kán zijn.
,,Stel dat je zo’n jongen een half jaar in de cel gooit en verder niets doet. Dan keert hij terug naar zijn eigen buurt en zijn eigen vrienden. Binnen een week is hij weer de leider. Met meer status zelfs, omdat hij lang in de bajes heeft gezeten.”
Ferwerda benadrukt dat de jongere zichzelf het stempel ‘crimineel’ heeft bezorgd. ,,Maar als hij nu zijn leven wil beteren, dan is het moeilijk een herstart te maken als de buurtagent weet wat je hebt gedaan, de groenteboer op de hoek en de jongerenwerker.”
In een nieuwe omgeving is een nieuwe start soms wél mogelijk. ,,Dan lukt het hem misschien zich te ontworstelen uit het milieu, waaruit hij is voortgekomen. Bovendien is het voor een wijk soms een zegen als zo’n gezin helemaal verdwijnt.”
Op een eenvoudige manier kan de gemeente zo haar tanden laten zien. Het raakt de jongere namelijk diep als hij zijn buurtje moet verlaten. Maar dit maakt niet alleen indruk op hem, maar ook op zijn vrienden.
,,Je moet bij de aanpak van een groep snel de verschillende rollen scherp krijgen. Wie is de leider, wie is de meeloper? De laatste zitten in de klauwen van de eerste. Als er dus leiders zijn, formeel of informeel, moet je die eerst isoleren, uit hun anonimiteit halen. Dan valt hun veilige schil weg. Als zij eruit worden getrokken, door celstraf of een verhuizing, zie je dat de rest van de groep stuurloos wordt. Soms krijg je een nieuwe leider, maar die is altijd minder sterk. Anders had hij al eerder de oude leider verdrongen.”
Internet
3024 als je in Delfshaven woont, 010 voor alle Rotterdammers. En 3071 als iedereen mag weten dat je uit de wijk Feijenoord komt. Met een nummer sta je sterk, zo lijkt het credo onder jongeren. Op internet en in filmpjes afficheren ze zich met de postcodes.
Soms duiken de in kaart gebrachte bendes op. Andere keren duiken slechts leden van de groepen op in amateuristische rapfilmpjes op websites als YouTube.
Een korte zoektocht leidt je langs Bloods (naar een Amerikaanse bende) in Rotterdam Hillegersberg-Schiebroek, de rappende Ridderkerkers van de Bolnes Outlawz en de Roffa Zuid Spitters die op hun beurt over hun leven rappen.
,,Wij houden dat natuurlijk ook in de gaten,” zegt Aad Meijboom, korpschef Rotterdam-Rijnmond. De graffiti op de muren, de tags, de tatoeages, de typerende kleding; het ontgaat de politie niet.
Meijboom: ,,Het zijn vaak gewoon de gedragingen van de straat en daar hebben wij helemaal geen moeite mee. We hebben bovendien niet het idee dat het echt rivaliserend is. Het is allemaal best onschuldig.”
Anders wordt het als jongeren met hun wapens zwaaien op filmpjes op het populaire YouTube of op persoonlijke webpagina’s bij partypeeps2000.com of op hyves.nl.
,,Op basis van dat soort beelden hebben we dan ook in het verleden al aanhoudingen kunnen verrichten,” zegt de korpsleider.
Sowieso is het zaak om de filmpjes op het internet geregeld te bekijken, zegt wijkagent Iwan Esajas. Hij geeft cursussen aan andere agenten van het Rijnmondse korps over straattaal en straatcultuur.
,,Je leert er de woorden en de onderlinge verhoudingen door. Die jongens communiceren via die websites. Je moet daarnaar kijken om binding te houden met die gasten, kijken wat er speelt onder hen. ”
Dit artikel is deel 3 van een serie verhalen over jeugdbendes in de Rijnmond door verslaggevers Tobias den Hartog, Adrianne de Koning en Marlies van Leeuwen.