Graag neemt ze van Kees Brand de bloemen in ontvangst. Ze zal nog veel op de Ossenisseweg komen. Want de wijkwinkelgroep is iets dat haar na aan het hart ligt.
Iedere vergadering kwam ze met een briefje met herinneringen (reminders) erop. Ze handelde ze stuk voor stuk af en kreeg te vaak een naar haar gevoel te vaag of onvolledig antwoord. De steun van de opbouwwerker vond ze ook steeds maar matig. “Wanneer help je mij nou eens een beetje met mijn functie?”, vroeg ze hem regelmatig.
Van de slordigheid en de grote gebaren van de BOP en het opbouwwerk was ze niet gediend. Ze let op details en let op de individuen in haar buurt en binnen de BOP-organisatie. Zij kocht bij verjaardagen altijd een passend cadeau. Ze wist wat iemand leuk vond. Kijk dat zullen ze missen in het ebstuur en binnen de organisatie. Maar Nolly zal wel blijven komen en zal steeds dezelfde kritische vragen blijven stellen. Alleen hoeft ze er dan geen verantwoordelijkheid meer voor te dragen in de zin dat ze er als bestuurder op aan gesproken kan worden. Want dat vond ze steeds moeilijker worden.