Opbouwwerkers op vakconferentie in Nieuwegein

170 deelnemers bezochten de geslaagde vakconferentie opbouwwerk op 5 november onder de titel ‘de crisis voorbij.

De twee gezichten van de crisis

De B.V. Nederland stond er voor de crisis economisch goed voor. Daardoor worden we mogelijk minder hard door de crisis getroffen. En klimmen we sneller dan verwacht uit het dal. Deze licht positieve en relativerende boodschap, onderbouwd door onderzoek en statistieken, kwam van Vic Veldheer van het SCP in zijn inleiding op de Vakconferentie opbouwwerk van 5 november in Nieuwegein.

Nieuw is wel dat ook de middenklasse stevig door de crisis wordt getroffen. Zij hebben zich voor jaren financieel vastgelegd middels hypotheken, leningen e.d. Hun beperkte financiële speelruimte is sterk geslonken en het kost hen jaren om er bovenop te komen. Natuurlijk, we kunnen de crisis relativeren, maar als de economie weer aantrekt en de arbeidsmarkt door toenemende vergrijzing onder spanning komt te staan, zullen de nu direct getroffen kwetsbare groepen daar niet automatisch van profiteren. We zullen straks hard aan de slag moeten om daaraan te werken.
Dat was de andere kant van de ‘crisismedaille’, verwoordt door Rene Paas, oud vakbondsman (CNV) en sinds kort bestuursvoorzitter van DIVOSA, in zijn inleiding en reactie op Vic Veldheer. Het opbouwwerk heeft zoals ook de sociale diensten hierin een belangrijke taak te vervullen. Hoe? Over die vraag bogen de circa 170 deelnemers zich in diverse workshops als wijkeconomie, aan het werk in de wijk, frontlijnwerk en tijdens het armoededebat.
Dagelijkse routines van belang voor de buurt
Ook thema’s als het beleidsparticipatie, plattelandsontwikkeling en buurtpedagogiek geven aan dat er voor het opbouwwerk de komende jaren veel werk te verzetten valt. Prikkelend was de bijdrage van Arnold Reijndorp (stedenbouwkundig onderzoeker) met zijn pleidooi dat het opbouwwerk zich meer in de dagelijkse tactieken en leefwijzen van individuele bewoners en groepen in wijken moet verdiepen, dan mee moet gaan met de beleidsstrategieën van de overheid. Pas dan is het opbouwwerk in staat de groeiende afstand tussen de onoverzichtelijke beleidsbureaucratie en het dagelijkse samenleven van mensen in wijken te overbruggen. Concreet ging Reijndorp in op ervaringen uit zijn eigen onderzoekspraktijk naar het belang voor de buurt van dagelijkse routines (het naar de buurtwinkel, postkantoor, sportveld of andere voorzieningen gaan – “voorkom dat teveel van dit soort voorzieningen uit de wijk verdwijnt”) en jaarlijkse evenementen. Cruciaal voor ontmoetingen in, vertrouwdheid (publieke familiariteit) met de wijk en ‘buurtpedagogiek’.
Een geslaagde conferentie met wat minder deelnemers dan vorig jaar. Ook het welzijnswerk wordt door de crisis getroffen met bezuinigingen en zal ook genoodzaakt zijn scherpe keuzes te maken. De conferentie heeft daar zeker materiaal voor aangeleverd. Een uitgebreid verslag van de conferentie zal in het komende nummer van MO/Samenlevingsopbouw te vinden zijn.

In de workshops werd verder ingegaan op het participatiewiel, een middel om rond een individu alles in beeld te brengen waar het de wet- en regelgeving in ons land op het gebied van zorg en welzijn betreft. Wil je kunnen participeren dan zullen een aantal basisvoorwaarden aanwezig moeten zijn. Movisie maakte een participatiewiel om de verschillende segmenten en lagen in beeld te brengen.

Nathan Rozema en Driek Berekers gingen in op opbouwwerk en de middenstanders. Driek Berkers werkt in Helmond en weet zoals hij zegt: “Hoe de hazen lopen”. Hij heeft de winkeliers in de Heistraat bij elkaar weten te brengen en een aantal succesvolle braderieën weten te organiseren. Een ongekend groot aantal bezoekers de laatste keer. Dat Driek erg betrokken is bij wat er in de wijk en de winkelstraat gebeurt, bewees zijn verontschuldiging: “Ik heb helaas geen powerpointpresentatie kunnen maken. Vanmorgen werd ik opgehouden door de moord die er gepleegd was in de buurt en waar ik niet bij weg kon blijven.” Zij verhaal loog er niet om.
Nathan Rozema van Labyrinth had wel en presentatie. Hij doet onderzoek voor ondernemers en adviseert hen. Hun pleidooi was ondernemers meer te betrekken bij de wijkontwikkeling.
Dat pleidooi was niet aan dovemansoren gericht.
Er werd door dagvoorzitter Martijn Greve een leuk slot gebreid aan de vakconferentie. Greve legde zijn oor te luister en zorgde ervoor dat de discussies in de zaal via de microfoon bij het grote prubliek kwam. Als iemand een beetje bedenkelijk keek, kon hij of zij er donder op zeggen door hem bevraagd te worden.