Predikant At Polhuis blikt terug op vele boeiende jaren

Stadse predikant neemt afscheid

PENDRECHT/HEIJPLAAT – Vanwege zijn emeritaat neemt At Polhuis afscheid als predikant van de Protestantse wijkgemeente Pendrecht/Heijplaat. Hij kijkt terug op vele boeiende jaren. Komende zondag om 14.30 uur begint zijn laatste dienst in de Open Hofkerk in de Middelharnisstraat 153.

De laatste maanden had Polhuis er een dagtaak bij: huisbezoeken afleggen bij zoveel mogelijk kerkgangers om persoonlijk afscheid te nemen. ‘Velen waarderen het dat mijn vrouw en ik er waren’, zegt hij.

Hij kreeg het geloof niet vanuit huis mee, al waren zijn ouders wel bij de kerk betrokken. ‘Ik studeerde theologie en groeide langzaam het vak in. Ik was altijd gefascineerd door het visioen van een bewoonbare, leefbare wereld waar de menselijkheid de grondwet is. Ik wilde daaraan een bijdrage leveren.’

In de jaren tachtig predikte Polhuis in Crooswijk. Daar beleefde hij een van zijn hoogtepunten. ‘Ik was wijkpredikant maar kreeg ook de opdracht met migranten te werken. Samen met Marokkaanse bewoners kraakten we toen een schoolgebouw. Ik was de spreekbuis en we kregen veel publiciteit. De kerkenraad dacht echter: wat gebeurt hier nu? Ik heb ze overgehaald mee te gaan kijken en tot mijn verrassing deden ze dat, ondanks dat men zich afvroeg of daar wel goede dingen gebeurden.’

In 2000 belandde hij in Pendrecht. De van oorsprong Amsterdammer dacht zijn carrière in de hoofdstad te beëindigen. Maar er waren weinig vacatures. ‘Als allochtoon uit Amsterdam kwam ik in Rotterdam terecht. Tot mijn stomme verbazing, want had dat niet verwacht. Maar ik heb er geen dag spijt van.’

In een dorp prediken is niets voor hem. ‘Ik ben een echt stadsmens, ben in de stad opgegroeid. Ik moet geluiden om me heen hebben. De stilte, rust en het tempo van een dorp vind ik maar niets.’ Twee dingen aan een stad vindt hij heel spannend. ‘Vanuit de kerk denk je ook mee over wat er in de stad gebeurt. Daarnaast is het een uitdaging na te denken over hoe je je als kerk overeind houdt in een stad.’

In al die jaren heeft hij Pendrecht goed geobserveerd. ‘Ik zag veel projecten als hyperige dingen worden opgezet, opgetuigd en weer verdwijnen. Om de zoveel jaar wordt het wiel opnieuw uitgevonden. Erg jammer. Je zag 55+flats verschijnen, waarin de oudere, autochtone bevolking samen klontert. Iedereen is terug op zijn eigen eilandje. Vroeger kwam je elkaar tegen op straat, maar dat is voorbij. Dat baart me enige zorgen. Destijds vond ik de wijk smeriger dan nu. Wat dat betreft, is de inzet echt merkbaar. Maar ik vind wel dat we moeten toegeven dat het nieuwe Plein 1953 een mislukking is geworden.’

De predikant kijkt terug op een boeiende carrière. ‘Het was een geweldige breedte waarop ik werkzaam was. Je hebt de intieme, persoonlijke momenten waarbij mensen je als betrekkelijk vreemde toch heel open ontvangen. Twee dagen nadat je aan een sterfbed zat, liep je ineens over de Coolsingel voor een demonstratie. Toch heeft het raakvlakken met elkaar. Wat me altijd ontroerde, is dat ik veel ruimte en begrip kreeg. Wat wel een pijnlijk proces is, is het verkopen van kerken. Het kan niet anders, maar doet wel pijn.’