Rieks is geen opbouwwerker meer

Op 1 april 2001 begon Rieks Westrik als opbouwwerker bij Charlois’ Welzijn. Zijn werkplek kwam bij de BOP in Pendrecht. Per 1 januari 2012 kregen alle medewerkers van Charlois’ Welzijn ontslag. Die stichting hield op te bestaan. Rieks ging met flex-pensioen. Hoe kijkt hij terug op die ruim 10 jaar in Pendrecht en hoe ziet hij de toekomst?
De fotootjes hiernaast komen uit het archief van Mario Bosch, dagburgemeester van Pendrecht. Hij heeft er nog veel meer, deze plaatjes zijn uit 2010.

‘Moet ik ook 2011 nog bekijken?’, vroeg hij Rieks. Mario heeft door de jaren heen veel foto’s gemaakt, ook met de opbouwwerker erop. Zijn computer crashte. Hij moet het vooral van de laatste vier jaar hebben.

De foto’s geven een beeld en nu de vraag aan Rieks hoe hij terugkijkt op die 10 jaar Pendrecht en heeft hij nog plannen met Pendrecht?

Rieks kijkt terug: ‘Ik wilde in 2001 graag in Pendrecht gaan werken. Ik had veel over de wijk gehoord en het leek me als opbouwwerker geweldig om met bewoners aan de slag te gaan, die vonden dat er te weinig aandacht voor hun sores was en de wijk veronachtzaamd werd door politiek en huisvesters. Ik werd geïntroduceerd bij het bestuur van de Bewonersorganisatie Pendrecht (BOP), twee buurtgroepen in de wijk en zou het Opzoomeren in de wijk nieuw leven inblazen. De eerste tijd was het echt zoeken. Ik merkte al gauw dat er niet echt gewacht werd op opbouwwerk. Het best zag ik dat aan de reactie van Aad Tielemans. Hij had in het bestuur van de BOP gezeten en ik had een stuk in het AD over hem en zijn vrouw Ankie gelezen. Ik zei tegen hem dat ik graag een keer verder met hem wilde praten en ook zijn vrouw wilde ontmoeten. Zij was overvallen en zei tegen de journalist dat ze zich niet uit het veld liet slaan en op die manier niet uit haar wijk te jagen was.
Aad maakte me duidelijk dat hij daar niet zoveel behoefte aan had. ‘Hoe lang blijf jij hier werken?’, merkte hij wat schamper op. Hij had sinds het vertrek van opbouwwerker Ben van Zanten veel opbouwwerkers langs zien komen en die waren nooit lang gebleven. Aad had zijn vertrouwen in het opbouwwerk verloren. Ik grapte nog: ‘Ik heb een verrassing voor je ik blijf op zijn minst 5 jaar. Dat heb ik ook in mijn vorige wijken, Crooswijk en Spangen laten zien. Ik vind dat je als opbouwwerker eerst de wijk moet leren kennen voordat je ook echt iets kan betekenen.’
Aad bleef me een beetje op afstand houden, maar ik liet het contact met hem niet los. Ik heb veel van hem geleerd. Over de manier waarop de wijk in elkaar zat. Wat voor mensen er woonden en waarvoor ik op moest passen. Trouwens niet alleen Aad werd een belangrijke informatiebron voor me. Mensen als Kees Brand en Jack Huys, de voorzitter van de BOP waren dat ook. En ik mag hierbij natuurlijk Mario Bosch niet vergeten. Ik noemde hem al snel de wijkchroniqueur. Hij had al verschillende edities op zijn naam staan over de geschiedenis van de wijk. Inmiddels heeft hij een website en staat al zijn kennis over Pendrecht op die site.
Wijkpredikant, At Polhuis, en ik maakten in april 2001 met Mario een wandeling door de wijk en hoorde van hem allerlei aardige details over zijn wijk. Met Mario ben ik in gesprek gebleven. Tot vandaag wisselen we dagelijks emailberichten over Pendrecht uit. Soms stelt hij me de vraag of ik een foto wil maken van een gebeurtenis, waartoe hij doordat hij op zijn werk is niet in staat is.

De wijk ging pas goed voor me leven, toen Bien Hofman, die administratief werk deed bij de BOP, me vroeg of ik Pendrecht echt wilde leren kennen. Zij had bij de Thuiszorg gewerkt en kende veel mensen in de wijk. Door haar werk was ze ook op allerlei plekjes geweest, waar je normaal gesproken niet komt. Het was rond de vakantietijd in 2001, dus er was tijd genoeg voor zo’n kennismakingsronde. Bien en ik werden een soort opbouwwerkkoppel in de wijk. Samen kwamen we op veel ideeën. Sommigen gingen we in de praktijk brengen. Veel gingen er de prullenbak in.

Dat gaf overigens een beeld van één kant van de wijk. Via de Opzoomercontacten kreeg ik ook allerlei nieuwe Pendrechtenaren in beeld. In mijn hoofd ontstond een idee over de wijk. Niet één wijk, maar eigenlijk verschillende wijken. Wat zou het interessant zijn om die met elkaar in contact te brengen. Dat koppelen van netwerken in de wijk werd een beetje mijn manier van werken.

De ontwikkelingen hadden in Pendrecht niet stilgestaan. Als voorbeeldwijk van de wederopbouw in de jaren 50 en 60 was Pendrecht uit balans geraakt. Een belangrijke groep bewoners. De kinderen van de mensen van het eerste uur woonden niet meer in de wijk. Ouderen van Nederlandse komaf en jongere bewoners afkomstig van over de hele wereld. De kinderen uit Pendrecht waren ook over de hele wereld te vinden.

De wijkpredikant en ik kwamen tot de slotsom dat er naast de plannen tot herstructurering die er waren vanuit de deelgemeente en de Nieuwe Unie, de grootste woningcorporatie, een soort Deltaplan op sociaal gebied moest komen om de bewoners in de wijk zich uit te laten spreken over die plannen. We stelden een Deltahuis voor als plek waar de bewoners hun zegje zouden kunnen doen over de plannen. Dat Deltahuis is er als gebouw niet gekomen. Onderdelen uit het plan gingen wel door. Er kwam een website met allerlei berichten uit de wijk. Verslagjes van activiteiten met foto’s erbij. Beelden zeggen vaak meer dan teksten. Er werd ook gewerkt aan een digitale maquette over allerlei. We wilden eigenlijk een echte maquette van de wijk, maar we konden daarvoor geen plek en financiën vinden.

Een cruciaal jaar werd 2003. Een ramp overkwam de wijk op 1 februari van dat jaar. Sedar Soares, een jongen van 13 jaar, werd dodelijk door een kogel getroffen. De schutter was een automobilist die een sneeuwbal van het groepje jongens tegen zijn auto had gekregen. Journalisten kwamen af en aan. Pendrecht werd afgeschilderd als een wijk waar eigenlijk niemand wilde wonen. Een beeld waar veel bewoners zich niet in konden vinden, overigens. Later in augustus 2009 werd er nog een college gewijd aan Pendrecht en de pers. Op de website is daar een integraal verslag van terug te vinden onder de knop Pendrecht MediaLink!

In de tweede helft van 2003 belde Dominic Schrijer me. Hij was toen portefeuillehouder bij de deelgemeente en wilde een bijeenkomst beleggen met een groepje bewoners, een aantal werkers in de wijk en een professor, die hij ontmoet had. Het ging om Pieter Tops, die bestuurkunde in Tilburg doceerde en vond dat vitale coalities wonderen konden verrichten. Dominic wilde ook zo’n vitale coalitie in Pendrecht.

Er werd een plan gesmeed om de hoogste kerstboom van Rotterdam op Plein 1953 neer te zetten en een multireligieus kerstfeest rond die boom te organiseren. Op 19 december 2003 vond dat feest plaats. Het werd het begin van Vitaal Pendrecht en de ontdekking van allerlei talenten in de wijk. Er waren twee burgemeesters van buiten en er werden twee burgemeesters voor Pendrecht benoemd. Mario Bosch werd dagburgemeester. 4 burgmeesters ontstaken de lichtjes in de kerstboom.
In 2004 werden allerlei feesten gevierd onder de noemer van Vitaal Pendrecht. Dat begon met Holi Phagwa, een Hindoestaans feest in maart en ging via Internationaal Kinderfeest op 23 april langs allerlei zomeractiviteiten, zoals een wielerronde in Pendrecht en mondde uit in het 2e kerstfeest van Vitaal Pendrecht. Studenten van de Universiteit van Tilburg volgden die activiteiten en deden een onderzoek op straat tijdens dat laatste feest. Begin 2005 presenteerden ze hun resultaten. Iedereen kreeg een T-shirt met daarop de tekst Pendrecht University. Het idee voor de Pendrecht Universiteit was geboren. Er kwamen colleges met bewoners als professor en professionals en politici als studenten.
Er gebeurde verder van alles in en rond de wijk. Pendrecht werd een belangrijk oefenterrein voor allerlei stedelijke zaken. Pendrecht Zet Door werd geïntroduceerd om de zogenaamde Rotterdamwet in praktijk te brengen. Een gebeidsmanager, Duco de Bruijn in dit geval, pakte allerlei zaken rond veiligheid, de openbare ruimte, de nieuwbouwplannen en op sociaal gebeid aan. Er kwamen programmagroepen.
En ook kwam BAF, het wijktheaterbureau van Cees Bavius en Pieta Bot in de wijk om theater te gaan maken met bewoners over de zaken van bewoners. Eén van hun eerste stukken ‘Alleen de Bomen zijn nog van Toen’ wordt binnenkort voor de laatste en 100ste keer gespeeld.

Het zou heel veel tijd kosten om alle zaken langs te lopen. Te veel om op te noemen.
Vitaal Pendrecht werd een gevestigde naam en de Pendrecht Universiteit werd een veel gebruikte methode van werken. De groepen, die aan Opzoomeren deden, stegen tot een aantal van 35 unieke groepen met allerlei activiteiten door het jaar heen. Zij waren vaak een soort van kweekvijver voor bewoners, die op andere plekken hun talenten konden laten zien.
Op de website van Vitaal Pendrecht is dat allemaal terug te vinden.
Er kwamen allerlei prijzen en awards in de wijk. De deelgemeente en Woonstad Rotterdam, voorheen de Nieuwe Unie, bedachten een campagne waarmee allerlei projecten in de wijk in beeld gebracht werden via bewoners, die men de held van de maand noemde. Hun portret kwam op 5 bij 7 meter aan het begin van de wijk te hangen. Er passeerden 25 projecten in die campagne onder de noemer Pendrecht is Goed Bezig.

Afgelopen jaar werd vastgesteld dat de er twee succesvolle wijken waren op Rotterdam Zuid, Pendrecht en Katendrecht. De aanpak had zijn vruchten afgeworpen. Het komt er nu wel op aan door te pakken. De aandacht moet niet verslappen.

En dan kom ik weer terug op het opbouwwerk. Bien en ik bleven in die tijd werknemer van Charlois’ Welzijn. De verhoudingen tussen de deelgemeente en mijn werkgever werden er niet beter op. Managers zeiden mij en mijn collega’s dat we een slecht imago hadden. We maakten allerlei verbeteringstrajecten door. Maar dat voorkwam niet dat er in de tweede helft van 2011 overgegaan werd op het aanbesteden van allerlei soorten welzijnswerk, waaronder het opbouwwerk. Charlois’ Welzijn vroeg collectief ontslag aan voor alle medewerkers.
In november werd het resultaat van de aanbesteding bekend. Ik had gehoopt nog jaren door te kunnen gaan met Opzoomeren in de wijk, het ondersteunen van Vitaal Pendrecht, het organiseren van colleges met bewoners, Opzoomeren en het samen met bewoners bedenken van projecten, die voor versterking van de samenhang in de wijk kunnen zorgen. Dat mocht niet zo zijn.

Ik heb inmiddels flex-pensioen tot 29 mei, wanneer ik 65 jaar word. Maar stopt daarmee mijn bemoeienis met de wijk? Nee, dat wil ik niet. Ik wil als vrijwilliger doorgaan met het adviseren van Vitaal Pendrecht, dat inmiddels een zelfstandige stichting is met een werkplan en een nieuw bestuur.
En er zijn gesprekken met Pit 010. De aanbieder van welzijnswerk in Pendrecht. Ik hoop dat er op die ingeslagen weg doorgegaan kan worden. Dat Vitaal Pendrecht en allerlei bewonersprojecten goed met hen kunnen samenwerken. En ik hoop daar zelf ook mijn steentje aan bij te kunnen dragen.

Dat zal niet meer als opbouwwerker zijn. Dus niet meer in de vorm, zoals hiernaast op de fotootjes afgebeeld. Soms nog wel achter het bureau in het Servicepunt Charlois Zuid. Wat en hoe precies moet de komende tijd duidelijk worden. Dus geen redenen om afscheid te nemen. Het zal alleen allemaal een beetje anders gaan.

Er zijn op het bijzondere college op 19 oktober 2011 in de Sint Bavokerk belangrijke stappen gezet. Ik sluit me helemaal aan bij het beeld dat Pieter Winsemius in zijn diesrede over het Pendrecht van de toekomst schetste. Die rede is te horen en te zien op de site van de Pendrecht Universiteit. Er is een knop naar die site op de voorpagina van Vitaal Pendrecht.

Lees hier over het einde van Charlois’ Welzijn en de organisaties die het werk van Charlois’ Welzijn voortzetten.