Artikel uit het dagblad Trouw van 18 januari 2006.
“Honkbal moet hangjeugd van straat houden” door Rob Velthuis.
De overheid wil met sport processen als integratie en terugdringen van bewegingsarmoede stimuleren. Binnen de sport waren de raakvlakken met het maatschappelijk leven al gevonden. Trouw toont in een serie daarvan voorbeelden.
Als het aan de bond voor honk- en softballers (KNBSB) ligt, komt Nederland massaal aan slag.
Met schoolprojecten in de onderbouw wordt de jongste jeugd benaderd, verder concentreert de kleine bond (24000 leden) zich op de Antilliaanse gemeenschap. De activiteiten worden ontplooid met het oog op ledenwinst. Als daarmee ook maatschappelijk voordeel wordt behaald, is dat meegenomen. Initiatieven op dat gebied kunnen vanuit het bondsbureau worden gesteund, maar in de praktijk komt daar volgens bestuurslid Charles van der Meijs te weinig van terecht.
De KNBSB is van oudsher een multiculturele bond, de nationale teams bestaan voor het grootste deel uit rijksgenoten. Van de 183 clubs zijn er twaalf specifiek Antilliaans; softbal voor mannen is in Nederland zelfs een exclusief Antilliaanse sport.
Van der Meijs loopt al 45 jaar mee in zijn sport en kent de specifieke problemen. Hij noemt het een gemis dat weinig Antillianen organisatorisch werk doen. De bond probeert dat wel te stimuleren, bijvoorbeeld door het opnemen van een Antilliaan in de trainingsstaf van het Nederlands team.
Een ander probleem is het betalen van contributie. ,,Op de Antillen kennen ze dat systeem niet, daar wordt gesport in bedrijfsteams. Er wordt niet betaald om te sporten.”
Maar sporten willen ze, dat blijkt uit vele initiatieven die in de steden zijn en worden ontplooid om Antillianen bij de sport te betrekken. Vaak zijn het persoonlijke initiatieven, gericht op het van de straat houden van jongeren. In veel gevallen komt de bond daar slechts bij toeval achter.
Van der Meijs: ,,Wij hebben de mogelijkheden om nieuwe projecten te steunen met materiaal, docenten, instructeurs of geld. Wij maken er veel reclame voor, maar die lijkt niet tot de clubs door te dringen. Maar als we merken dat er een nieuw project op stapel staat, springen we daarop in.”
Als voorbeeld noemt Van der Meijs het ‘unieke’ project in de Rotterdamse wijk Pendrecht, waar een woningbouwvereniging het initiatief nam om de hangjeugd honkbal aan te bieden. De KNBSB sprong daar samen met twee commerciële organisaties op in, de club Bandadikes Danger II probeert er nu een vervolg aan te geven.
Ook in Delfshaven waren er een jaar of vijf geleden persoonlijke initiatieven om de jeugd sport aan te bieden. Er werd een oud-honkballer ingeschakeld die er bijna dagelijks bezig was de sport te promoten. Het resulteerde in de oprichting van een jeugdvereniging die in de competitie meedraait.
Diverse clubs in Nederland hebben al dan niet met steun van de bond en/of gemeente Antilliaanse teams geadopteerd die in de competitie spelen. Ook een bondscoach is actief: Ben Thijssen begeleidt binnen de Antilliaanse gemeenschap een groep van veertig kinderen met honk- en softbal.