Aan het eind van de première werd een grote taart met de afbeelding van het affiche erop aangesneden en ook de flessen bubbeltjes gingen open. Alle spelers kregen een fraai boeket bloemen. Joke Huissen, die een mooie tante Loek neerzet in het stuk, vond het sneu dat Annelies Spliethof van het Rotterdams WijkTheater geen bloemen gekregen had en bood haar het hare aan. “Schat, jij bent veel belangrijker dan ik”, was de prompte reactie van Annelies.
Heel mooi was dan ook in het stuk de dialoog tussen tante Loek en Hakeem. Beiden berooid van het materiaal uit hun jeugd. De één geboren in Eritrea, de ander verloor het ouderlijk huis in Krabbendijke in Zeeland. Het is nu nog steeds duidelijk aan haar accent te horen dat ze uit Zeeland komt. Ze laat Hakeem een foto zien van haar als baby. Eén van de weinige dingen van de familie, die niet door de golven zijn meegenomen. Golven, zee en wat er in de stroom achterblijft lopen door de voorstelling heen. Zo geeft de opa van Deciré geeft haar een steen uit Suriname, die hem over zijn angsten om in de rivier vol piranhas te gaan zwemmen heenhielp.
Ook het bombardement van Rotterdam wordt in het stuk gebruikt en geeft sommige mensen, die de sloop van Pendrecht zien dezelfde associaties.
En dat allemaal opgehangen aan de humorvolle manier waarop Hakeem aan zijn stage begint. Hij verwachtte het nieuwste materiaal, maar moet het doen met windows 95. “How low can you go”, verzucht hij, maar later in de voorstelling is hij gepakt door de mensen en wil hij zijn stage met alles erop en eraan in hun midden vervolgen.
Het Rotterdams WijkTheater is er weer in geslaagd een portret van een wijk te maken, dat je naar de keel grijpt. Die wijk heet dit keer Pendrecht.