Op de pagina ‘Onder Ons’ in Rotterdam Dichtbij van het AD van vrijdag 29 december uit Anke Huys haar dankbaarheid voor het betrokken gebaar van de beheerder van de Zuiderbegraafplaats J. Lamphen. Vitaal Pendrecht neemt het stukje in het Ad hier over. De foto is van Carla Vos en stond bij het artikel in het AD.
Op dezelfde begraafplaats waar ze vier jaar geleden afscheid nam van haar man, moest Anke Huys-van Klaveren deze maand haar 49-jarioge dochter Peggy naar haar laatste rustplaats brengen. Ondanks dit verdriet ziet de Rotterdams vrouw door loodgrijze wolken nog sprankjes zonneschijn.
Beheerder J. Lamphen van de Zuiderbegraafplaats aan de Slinge in Rotterdam-Zuid is iemand aan wie ze haar positieve mensbeeld spiegelt. “Tijdens de begrafenis van mijn dochter”, vertelt ze, “heeft deze meneer ervoor gezorgd dat de begrafenisstoet langs het graf van haar vader werd geleid, als een soort groet. Het graf was extra verzorgd en hij had zelfs een brandend kaarsje neergezet. Dat noem ik nu liefde voor een vast niet zo’n makkelijk beroep.”
Haar man, voormalige marineofficier en scheepsbouwer Jack Huys, overleed op 24 december 2002. “Hij was nooit ziek, tot hij in 2002 kanker kreeg. Ik heb hem thuis verzorgd. Toen hij stierf, luidden de kerkklokken voor kerstavond. Nadat hij zijn laatste adem had uitgeblazen, waren de klokken stil.”
Mevrous Huys was in haar werkzame leven secretaresse bij de Riagg. Na haar pensionering meldde ze zich aan als vrijwilliger bij het familiehuis van de Daniël den Hoedkliniek in Rotterdam, waar ze huishoudelijk en administratief werk doet, en de familieleden steunt.
In het huis logeren familieleden van kankerpatiënten, die in het ziekenhuis worden verpleegd. “Na het overlijden van mijn man kon ik me nog beter inleven in de familieleden en de patiënten.”
Mevrouw Huys leerde beheerder Lamphen kennen toen zij een graf uitzocht voor haar man. “Hij leidde toen de begrafenis.” Ook na het overlijden van haar dochter Peggy, die dit jaar bezweek aan geelzucht, ontmoette ze de beheerder. “Hij stelde toen voor om de begrafenisstoet langs het graf van mijn man te leiden, en zo is het ook gegaan. Wij stonden even stil bij het graf. Ik vind het zo lief dat hij daaraan dacht. Ik heb hem hier na afloop ook voor bedankt.”
Daarom “Petje af voor J. Lamphen.”