Aanpak achterstand wijken zeker niet zinloos

De onderzoekers zijn zeer kritisch over wat er bereikt is. Kamervragen over deze schijnbare verkwisting van publiek geld waren snel gesteld, terwijl gemeenten zich haastten te onderstrepen dat in hun wijken wel degelijk vooruitgang is geboekt. Jack Monasch van de PvdA, partijgenoot van Vogelaar, riep vervolgens op tot een hoorzitting om de tegenstrijdige resultaten van onderzoekers met elkaar te confronteren.

Het SCP-rapport levert echter geen nieuwe of verrassende uitkomsten. Op basis van dit onderzoek kan niet worden geconcludeerd dat het aanpakken van achterstanden in wijken zinloos is, integendeel. Over het algemeen is de leefbaarheid en veiligheid in dergelijke gebieden de afgelopen jaren toegenomen, zo blijkt uit de analyses van het SCP. De conclusie luidt niettemin dat er weinig verschil is tussen de wijken die specifiek onder het beleid van minister Vogelaar en haar opvolger Van der Laan vielen, en andere vergelijkbare aandachtswijken. Oftewel, de maatregelen hebben niet het gewenste effect gehad.

Kritiek

Het krachtwijkenbeleid had de intentie om sociale en fysieke problemen integraal aan te pakken door extra investeringen in veertig geselecteerde wijken. Dat klonk goed en daadkrachtig, maar de kritiek was destijds al niet van de lucht. Vraagstukken als slecht onderhouden woningen, lage inkomens, schooluitval en overlast doen zich wel samen in een wijk voor, maar hangen in de oplossing niet direct met elkaar samen.

Geheel naar verwachting concludeert het SCP dat vooral de fysieke maatregelen van het beleid, sloop en nieuwbouw of ingrijpende renovatie, meetbaar effect hebben gehad. Dat wil zeggen voor de wijk zelf. De uitstraling verbetert en door het terugbouwen van duurdere huizen komen er kapitaalkrachtiger bewoners. De vertrekkende groepen verhuizen naar elders, waardoor problemen worden verdund en in de statistieken minder zichtbaar zijn. Ondertussen is aan hun persoonlijke situatie niks veranderd. Sociale problematiek is namelijk veel lastiger aan te pakken omdat daar vele factoren een rol spelen.

Hier geldt de mantra dat problemen in een wijk niet automatisch problemen van een wijk zijn, oftewel dat de oplossingen vaak niet op dit schaalniveau liggen. Bovendien lijkt de strategie van het krachtwijkenbeleid gericht op meer actieve inzet van bewoners voor hun buurt, eerder stigmatiserend gewerkt te hebben, laat staan dat mensen er door op weg zijn geholpen naar school en werk. Wie jongeren naar stages wil begeleiden, bereikt weinig met het alleen aanspreken van de ondernemers in de wijk. Hetzelfde geldt voor de intentie via het bevorderen van sociale cohesie criminaliteit in te perken.

Wijkgerichte aanpak

Als landelijk beleidsprogramma probeerde de 40-wijkenaanpak met hoge verwachtingen en daadkrachtige woorden slagen te slaan in complexe lokale situaties. Urgentie was er zeker, maar een gedegen beleidstheorie over het te bereiken effect ontbrak, waardoor het programma vroegtijdig is stopgezet.

Op gemeentelijk niveau weet men inmiddels wel beter. Hier heeft de wijkgerichte aanpak zich de afgelopen jaren bewezen. Niet door een allesomvattende strategie op een gebied los te laten, maar specifieke lokale interventies te plegen. Dit begint bij schoon, heel en veilig waarin het opknappen van gebouwen en straten samen met goed onderhoud, beheer en toezicht centraal staan. Daarna kan focus gelegd worden op de problemen van bewoners. Buurtbarbecues hebben inmiddels plaats gemaakt voor individueel en persoonlijk maatwerk zoals leerwerktrajecten voor jongeren.

Basisvoorwaarde voor een effectieve interventie is een doordachte samenhang tussen wat er feitelijk in de wijk speelt en de resultaten die men wil en kan bereiken. Daarnaast is het van belang projecten niet te laten vallen als ze afgerond zijn, maar de resultaten mee te nemen in vervolgstappen. Dit vergt een lange adem, een beperkt ambitieniveau en inzet van veel verschillende partijen, maar alles is beter dan symboolpolitiek.