De vragen over de Raamkunst

Jaap Lam wilde graag weten wat de zichtbaarheid na verloop van tijd zou zijn. Hij kent de schoonmakers en ramenwassers en ….

Olphaert den Otter deed uit de doeken dat het vooral om avond- en nachtkunst gaat. Op de dag valt het niet echt op. Wanneer het licht in de portieken aan is dan zie je het op zijn best. Van binnenuit zal dat zijn met zonsopkomst. Dat betekent niet minder licht, maar gekleurd licht.

Verder haalde hij het voorbeeld van eeuwenoude blauwe flessen aan. Die blijven blauw en blijven goed. Volgens hem blijven de ramen langer intact dan de tijd dat de renovatiewoningen er zullen staan.

At Polhuis die destijds hamerde op het renoveren van de portiekflats aan de Ooltgensplaatweg en de resultaten van het eerste onderzoek wilde zien. Men zei dat renoveren geen voordeel op zou leveren en zelfs niet zou kunnen. Later bleek dat toch anders te liggen en gaf Woonstad Rotterdam wel opdracht om woningen samen te gaan voegen en te renoveren.
Hij vond het jammer dat er weinig Pendrecht in de beelden van jan van de Pavert terugkwam. Van de Pavert en Olphaert den Otter vonden dat dit project een ander is dan de Raamvertellingen. Meer de wereld in ging, buiten Pendrecht. En misschien daarom juist op deze plek goed van pas komt.