In het Pendrecht Museum begon de presentatie over de reis langs de noordelijke zijderoute. Zij vlogen naar Almaty, de vroegere hoofdstad van de voormalige Sovjet Republiek, Kazachstan. Daar waren ze een paar dagen om vervolgens naar de vroegere hoofdstad van het Chinese keizerrijk, Xi’an, te reizen. Het gezelschap kwam op 23 mei naar Nederland terug via Beijing. Ook aan die stad werd kort aandacht aan besteed.
Alaattin Erdal, portefeuillehouder van de deelgemeente Charlois, opende de presentatie. Hij was benieuwd naar wat de bezoekers over zouden houden van de presentatie. En waardeerde de inspanningen van Bien en haar reisgenoten om een streek zo ver weg en eigenlijk door Turkse Nederlanders toch ook weer zo dichtbij over te brengen.
Niet iedereen kon zitten het museum en om die reden werd de presentatie voortgezet in de Toneelwinkel Pendrecht op nummer 59, dus twee deuren verder. Daar waren ook een aantal vertegenwoordigers van de vereniging Turks Huis in Pendrecht, die ayran, broodjes en salade meegenomen hadden. Ayran is niet helemaal hetzelfde als de zure melkdrank, die oeigoeren drinken, maar geeft een idee in die richting. Verder vertonen gebruiken, muziekinstrumenten en kledij van de autonome Chinese republiek en Turkije overheen.
Op 1 mei arriveerden de reizigers in Alamaty. Er waren beelden van deze stad. En Bien gaf wat cijfers van dit in grootte elfde land van de wereld. Een land rijk aan delfstoffen, waaronder aardolie. Astana is tegenwoordig de hoofdstad.
Van Almaty vlogen zij naar Urumqi, de hoofdstad van de Oeigoeren, met zo’n slordige 2 en half miljoen mensen. Vandaaruit reisden ze naar de zuidelijker gelegen oaseplaats Kashgar, waar de noordelijke en zuidelijke zijderoute samenkomen. Eigenlijk tegen de route in, maar dat moest om op de juiste dag op de markt in Kashgar aan te komen.
Van Kashgar vlogen ze terug naar Urumqi en verder naar de provincie Gansu. Daar gaat de noordelijke zijderoute door Boeddhistische gebieden. Langs de route dwars door de Gobiwoestijn vind je dan ook veel moslims en boeddhisten naaste elkaar. Tempels en moskeeën wisselen elkaar af. De hoofdstad van die provincie is Lanzhou en vandaar uit trok men naar Xi’an. Een stad met een grote moslimwijk en een moskee, die de vormen heeft van een Boeddhistische tempel. Vlakbij die stad heeft men het terracotta leger ontdekt en daar werd natuurlijk ook een kijkje genomen.
De laatste plaats was Beijing, waar de reizigers zowel de oude stad als nieuwe dingen, zoals het Olympisch stadion bezochten. In de huidige hoofdstad van China zagen zij Hutongs, de oude tarditionele wijken en de verboden stad, maar ook een modern museum met nagenoeg alle schilderijen van Van Gogh.
Allemaal nagemaakt.
Bien las een stuk voor over de Oeigoeren. Zij en de andere reizigers waren erg onder de indruk van deze vriendelijke mensen met een rijke cultuur. Die het net als de Tibetanen zwaar te stellen hebben met de Han Chinesen, de grootste en invloedrijkste groep in een land waar vele culturen samenwonen. Er zijn herhaaldelijk conflicten tussen Oeigoeren en het Chinese leger.
Tijdens het nuttigen van de ayran en het broodje werd een film vertoond over de tocht.
Tot slot gingen de bezoekers terug naar het Pendrecht Museum en werd de etalage bewonderd.
Dat kan na zondag 31 oktober nog geruime tijd op maandag en op donderdag. Dan is Cor Hofman aanwezig, die over de reis kan vertellen en toelichting kan geven over wat er in het museum geëxposeerd wordt. Als er voldoende belangstelling is, wordt de presentatie op een avond herhaald.