Journalist in de wijk deel 2

Deze foto maakte Wessel van de plek aan de Tiengemetensingel waarover hij schrijft.

Er is hoop. En er is wanhoop in Pendrecht. Op een middag vind ik het allebei. Hoop vind ik bij mijn overbuurman, een Surinaamse man die me op straat opeens aan mijn arm trekt. ,,U woont hier niet. Ga zitten!”
Op een bankje in het nieuwbouwwijkje bij de Dirkslandstraat begint hij een lofzang op de nieuwe tijd. Het gaat beter met Pendrecht, zegt hij. Met dank aan die wethouder, die Pastors. ,,Die verkeerde flatjes zijn weggesloopt. De avondwinkels, noemde ik ze. Zelfs agenten kochten in die illegale winkeltjes hun bier. Pastors heeft de overlast naar Hoogvliet en Spijkenisse gestuurd.”
Mijn overbuurman is de ideale buurtbewoner. Zwaait naar iedereen, praat met iedereen. Weet alles. Wijzend op passanten. ,,Dat zijn Chinese studenten economie. Zulke mensen wonen hier ook.”
Buurman vertelt dat de nieuwbouwrijtjes door ITers worden bewoond, door hindoestanen vooral. ,,Wij hindoestanen hebben het idee dat wij de informatietechnologie hebben uitgevonden.” Hij noemt dit buurtje Klein Bangalore, naar de IT-stad van India. En hijzelf – al jaren werkloos – is apetrots dat hij hier mag wonen.
Maar dan de wanhoop.
Al slenterend langs de Tiengemetensingel kijk ik opeens in vijandige blauwe ogen van een boze blondine in een tijgertopje. ,,Kanker op jij!” briest ze. Achter me wandelt een donkere man weg. ,,Ik gooi je straks in de sloot,” schreeuwt ze. ,,Dan kom je er zonder kleur weer uit. Neger! Aap!” Lenie heet ze. Ze wil weg uit Pendrecht. Voordat de donkere passant haar nietsvermoedend passeerde, kreeg ze voor de zoveelste keer ruzie met de achterbuurman. Ze wil dat de politie komt. Anders maakt ze die buurman dood. Haar zwijgzame vriend hoort het getier aan.
,,Of het beter gaat met de wijk? Zeg, waar woon jij? Bij de Oldegaarde? Ja, daar gaat het beter. Hier niet.” Volgens boze Lenie is Pendrecht in tweeën gedeeld, in een goed stuk en in een slecht stuk. En zij heeft pech. Ze woont aan de slechte kant van de Slinge.
De Slinge als Berlijnse Muur. Als scheidslijn tussen het goede en het slechte leven. Klopt de versie van Lenie? De wijkbewoners die ik spreek zeggen dat Pendrecht in de lift zit, maar dat de ene wijk al opgeknapt is en de andere nog niet. Bovendien, zeggen ze: ruziënde buren vind je overal.
Daar is de politie!
Boze Lenie krijgt wat ze wilde: twee aardige agenten die haar klachten aanhoren. Dat de buurman overdreven boos reageerde toen Lenie iets plagerigs zei over de rode trui van zijn roodharige zoon. Dat ‘die bloedzuiger’ het bordje ‘verboden voor honden’ steeds weer weghaalt. Dat hij dreigde haar op een dag met zijn vrachtwagen te overrijden.
De agent: ,,Waar gaat dit eigenlijk helemaal over? Je windt jezelf te veel op. Denk aan je hart!”
De agenten blijken briljante psychologen. Lenie kalmeert. En met het hart komt het wel goed. ,,Daar heb ik pillen voor.”