Masterclass van de Pendrecht Universiteit in Ostreaflat

Op het bovenste fotootje geeft Ella ter Kuile, lid van de Raad van Advies van de Pendrecht Universiteit, een uiteenzetting over een model dat gehanteerd wordt in de sociocratische benadering van organisaties. Democratie is altijd de helft plus één. Sociocratie gaat uit van een ander principe. “Ik geef mijn consent”, zeggen deelnemers. Dat betekent zoveel als ik heb geen bezwaar. Sommige bedrijven werken op deze manier. Managers geven soms leiding op deze manier. Maar ook de politiek zou er goede sier mee maken. Ella ter Kuile was fractievoorzitter van de VVD-gemeenteraadsfractie en volgens sommige mensen ging zij in de gemeenteraad sociocraties te werk. Er hoort een “spel” bij het zogenaamde consentspel. Volgens de sociocraten wordt het samenleven er stuk makkelijker mee.
Kijk maar een keer op www.sociocratie.nl

Op de onderste foto peinst Pieter Tops, professor aan de Universiteit Tilburg en lid van de Raad van Bestuur van de Politieacademie: “Maak het niet te ingewikkeld!””, is zijn advies als hij de masterclass verlaat.
Hij opende de universiteitsbijeenkomst met een inleiding over Vitale Coalities. Hij was aangekondigd als: de president commissaris van de maatschappij ter bevordering van vitale coalities. “Een beetje een potsierlijk benaming”, aldus Tops. In zijn inleiding gaf hij de spanningen in processen van interactieve besluitvorming aan.
Samen vormen die vier perspectieven volgens hem die uiteenlopende posities en belangen representeren: het
instrumentele, het culturele, het institutionele en het situationele.:
. Het instrumentele: het proces dient zichtbaar bij te dragen aan de
oplossing van een probleem (men verwacht verbetering van een situatie, die als een probleem ervaren wordt).
. Het culturele: in het proces is een plek voor waarden/emoties//gevoelens die uitdrukking zijn van onderliggende zin- en betekenisgevingspatronen (men verwacht ‘respect’ voor identiteit).
. Het institutionele: het proces weet zich succesvol te verbinden met procedures of posities die in de institutionele orde van belang worden
geacht (men verwacht verbinding met de bestaande institutionele orde).
. Het situationele: in het proces is voldoende ruimte om in te spelen op de concrete situatie en de dynamiek die daarin besloten liggen (men verwacht een relatie met de concrete ervaringen van burgers).
Onze veronderstelling is, dat vitale interactie kan ontstaan wanneer in een proces ruimte bestaat voor alle vier de perspectieven. Zo’n vitale coalitie kan
niet worden ontworpen, maar ontstaat in het praktische handelen. In dat praktische handelen bestaat dan ruimte en aandacht voor activiteiten binnen alle vier de perspectieven.
Hij kleurde zijn verhaal verder in met voorbeelden uit zijn persoonlijk leven en uit wat hij in Den Haag in de Bonaventura-Regentessen-Valkenbosbuurt met Arie Schagen als actieve burger gezien had. (Tops houdt niet zo van de term bewoner.) En wat er in het eerste van Vitaal Pendrecht gebeurde. Het eerste voorbeeld gaat over oma Cor met haar actei tegen een patatkraam, waar van alles gebeurde wat God verbood. De actie van oma Cor had succes, maar wat de mensen om haar heen meegemaakt hadden: samen actievoeren, iets samen doen, was ook weg. Reactie onder de deelnemers aan de masterclass: “Oh, we moeten dus een overlastgevende patatkraam in de wijk zetten en er vooral niks aan doen!”
Het andere voorbeeld was het weghalen van bomen in de straat in Tilburg, waar een herplantplicht is. Een ‘burger’ uit de straat belde een ambtenaar, waar de nieuwe bomen bleven. “Die zijn al geplant meneer”, was zijn reactie. Dat bleek ook zo te zijn. Die nieuwe bomen stonden echter in een geheel ander deel van Tilburg.

Anne van Veenen, werkzaam bij een adviesbureau van samenlevingsopbouw, onderstreepte het belang van opbouwwerk. Hij pleit ervoor alle vormen van activiteiten van bewoners op hun eigen manier te laten bestaan. Laat mensen doen waar ze goed in zijn en val hen niet lastig met allerlei rompslomp van bestuur en management. Hij schetst die activiteiten als bootjes op een rivier. Ze vormen niet één grote boot en dat moet je eigenlijk ook niet willen, maar varen wel dezelfde kant op. Hij pleitte verder voor een nieuwe stichting voor Samenlevings Opbouw Pendrecht (SOP), die de ‘bootjes’ voorziet van stookolie of wind en ook zorgt dat de bemanning er is en haar werk goed kan doen.

De deelnemers, studenten, van de masterclass waren functionarissen van de Nieuwe Unie, van de deelgemeente Charlois, uit de sfeer van het opbouwwerk en de organisatie van bewoners in Pendrecht. De zoektocht naar een dynamische werkwijze en bijbehorend model gaat door. Er volgen vast nog meer masterclasses.