De journalist vervolgt zijn verhaal met:
De wijk Pendrecht in Rotterdam-Zuid ziet er behoorlijk uit. In de ‘hardware’ is veel geïnvesteerd: een hoop groen, aardig wat nieuwbouw en een mooi nieuw plein. Een hoge flat staat voor groot onderhoud in de steigers. De Roteb veegt, de politie rijdt af en aan en overal op het winkelcentrum rond Plein 1953 lopen beveiligers. Aan de Slinge staat het meest opvallende symbool van hoop op de toekomst: twaalf kapitale atelierwoningen.
Maar de wijk heeft ook een probleem. In de afgelopen acht jaar zijn duizenden Antillianen de wijk binnengetrokken. Voor het overgrote deel zijn ze laagopgeleid dan wel niet opgeleid. Te velen van hen vullen een uitkering aan met criminele activiteiten. Gevolg : een autochtone uittocht en grofweg een halvering van het gemiddelde inkomen.
De opmars van de criminaliteit lijkt inmiddels tot staan gebracht en de inspanningen van woningbouwcorporaties en overheid werpen vruchten af. Maar ook gaan er nog steeds winkels dicht, en de helft van de eerdergenoemde atelierwoningen staat leeg.
‘Het gaat hier veel beter’, aldus Evelyn Van Rooy, die afgelopen augustus als eerste zo’n woning betrok en daarmee een einde maakte aan twee jaar totale leegstand. ‘Deze wijk gaat naar de kloten’, zegt de 61-jarige Cornelis Schüler echter grimmig.
Pendrecht is een wijk op de wip. Na jaren van eenzijdige aandacht voor sloop, nieuwbouw en repressie, gaat de gemeente het hier over een andere boeg gooien: regulering van de instroom, de ‘software’. Iedere nieuwe aspirant-inwoner krijgt controle of hij of zij er daadwerkelijk gaat wonen. Is het een legale woning of een illegaal logement? Is het pand in orde? Is het adres dat aan de school van een kind wordt gegeven hetzelfde als dat waarop de uitkering binnenkomt? Wonen er vijf mensen of meer op een adres, dan rinkelen alle alarmbellen.
Het Rotterdamse college zou daar liefst nog een instrument bij krijgen: de mogelijkheid om op een van tevoren aangewezen plek voor beperkte tijd ook inkomenseisen te stellen. Zo kan de ongebreidelde toename van het aantal kansarmen in een wijk tot staan worden gebracht, terwijl rijken worden verleid om zich er te vestigen. Het kabinet lijkt die mogelijkheid nu te willen gaan geven.
Een goed idee, vinden veel Pendrechtenaren. ‘Het is beter als er evenwicht is’, zegt de 23-jarige Francis Bila. In zijn eigen flat verhuisden in korte tijd vier buren. De nieuwelingen hebben allemaal een uitkering. En à propos, zegt de uit Congo afkomstige Bila, er is ook een mix in afkomst nodig. ‘Niet allemaal Marokkanen bij elkaar, bijvoorbeeld.’
‘Je zult echt iets aan verdeling moeten doen’, zegt ook Evelyn van Rooy, voorzichtig. Schüler is minder behoedzaam: ‘Kijk nou naar die flats aan de Slinge. Perfect voor mijn zus. Maar die zegt dan dat ze niet tussen al die zwarten wil wonen. De naam Pendrecht is verziekt.’
Precies diezelfde woorden gebruikt ook Constance Groenendijk van makelaardij De Huismeesters. Ze trekt een parallel met de situatie in Hoogvliet van een paar jaar geleden, destijds de verzamelplaats voor Antillianen. ‘Aan de Lavasweg stond een prima flat uit de jaren zestig. Toen werd het er verschrikkelijk. Maar ze wilden niet discrimineren, dus sloopten ze die hele flat. Ik vind: soms moet je wel discrimineren.’
Het gaat in Pendrecht ‘significant beter’, zegt ze, maar het wordt niet meer zoals het was, vreest ze. ‘Het is te laat. Ze komen altijd te laat. Misschien, als ze vier jaar geleden rigoureus hadden gezegd dat het genoeg was. . .’ En wat die atelierwoningen betreft, ook daarover heeft ze een ontnuchterende boodschap: ‘De paar die bewoond worden, zijn bijna allemaal boterzacht in bruikleen gegeven’, weet ze uit de makelaarswereld. ‘Het is een drama.’
Achter het winkelcentrum, op een brug over de Krabbendijkestraat, hangt een groepje Antilliaanse mannen rond. Zij zien helemaal niets in de kabinetsplannen.
Francis Djawaza heeft de eenvoudigste oplossing om het gemiddelde inkomen in de wijk op te schroeven en de mix tussen arm en rijk te verbeteren: de uitkeringen moeten omhoog. ‘Ze moeten ons ook rijker maken, ha.’ Ook zien ze zichzelf wel zitten in die atelierwoningen.
Ger Houben van de Nieuwe Unie zegt: “we gaan hem maar een keer uitnodigen die journalist”. Ja objektieve journalistiek is moeilijk. Er wonen immers iets meer dan 10.000 mensen in Pendrecht en daar zitten 10% Antillianen onder. Om precies te zijn 1152 op 1 januari 2003 en als je dan kijkt naar hun aantal per 1 januari 1998 is dat wel meer dan verdubbeld van 513, maar met duizenden?. De makelaars, die genoemd worden De Huismeesters verkopen overigens niet zelf de woon/werkwoningen aan de Slinge. Zij hebben zelf een verkooppunt en zitten ook aan de Slinge. Ze verkopen heel andere woningen.
En de foto bij het artikel laat helaas niet het blokje van Eveline van Rooy zien maar dat ernaast en dat geeft gelijk een totaal ander beeld. De mening van Eveline is kennelijk ook minder belangrijk voor Ron Meerhof.
En soap? Er is een toneelstuk in voorbereiding, maar een soap is Pendrecht toch allerminst?