PraktijkActieSchool met de BossR in Vreewijk

Buiten raasde de herfststorm, de regen striemde regen tegen de ramen van Restaurant de Graaf van Brederode. Het restaurant vlakbij de Kuip en aan de rand van Vreewijk. Binnen zat een gemengd gezelschap van opbouwwerkers, jongerenwerkers, kinderwerkers, wijkcoördinatoren, medewerkers van corporaties, directeuren van welzijnsinstellingen, die opbouwwerk en jongerenwerk binnen hun instelling hebben.

Op de agenda van het atelier stond het atelier, ‘Uitvoeringskracht in Gebiedsgericht Werken’. Het bleek over de speeltuin de Mare in Vreewijk te gaan. Het atelier stond al eerder op de agenda, maar werd uitgesteld. René van der Voorn, directeur van Sonor de grootste opbouwwerkinstelling van Rotterdam en initiatiefnemer tot PraktijkActieSchool van de BossR, de Brancheorganisatie sociale sector Rotterdam, overleed de zondag in juni voorafgaand aan de dag, waarop het atelier zou plaatsvinden.
11 november 2010 werd de nieuwe datum en werd ook een hommage aan de praktijkmanager, René van der Voorn. Hij was opbouwwerker in Vreewijk en groeide in Rotterdam op naar het mede-directeurschap van Sonor. Dat werk deed hij samen met Hugo Mulder, die nu naarstig op zoek is naar een collega die de plek van Rene op kan vullen.
Crista Vonkeman – Karaca, voorzitter van de BossR, zou het atelier leiden. Zij meldde zich ’s morgens ziek en Ron Meijer, directeur van Charlois’ Welzijn, nam haar rol waar alsof het nooit anders de bedoeling was geweest.
De eerste bijdrage kwam van Radboud Engbersen, programmaregisseur van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV). Hij hield een betoog over de sociale allure van de openbare ruimte. Hij liet dia’s zien van wijken van Parijs. Prachtige complexen met grote woningen en veel buitenruimte maar geen mens, die er gebruik van maakt. Radboud wil op zoek naar wat hij noemt Otterpleinen als moderne stadsbiotopen in de post-oorlogse wijken. Lijkt ingewikkeld, maar kijk eens rond in Pendrecht. Veel groen en veel ruimte en de kleine woningen worden op grote schaal vervangen door grote woningen. In die woningen kun je alles doen. Je kun je gemakkelijk van de buitenwereld afsluiten. Kinderen zitten binnen achter de computer of spelen Wii op de televisie of kijken gewoon naar de tv. Maar buitenspelen? Ja soms en soms wordt dat niet echt leuk, want de energie heeft zich opgehoopt en moet er in de korte tijd buiten helemaal uit. Reacties van ouderen zijn vaak niet begripvol en leidden tot conflicten.
Waar otters zijn is de kwaliteit van water oké aldus Radboud Engbersen. Zijn er otters in een biotoop dan is het water gezond. Zo zijn volgens hem pleinen en speelplekken waar kinderen leuk kunnen spelen moderne stadsbiotopen en hoe bewerkstellig je die?
1. door de lat niet (te) hoog te leggen
2. de juiste metaforen (ambities te stellen
3. werken aan een cultuur van publieke gastvrijheid
4. de potenties van een plek zien (sociaal, economisch, cultureel, ecologisch)
5. de (nieuwe) geschiedenis [identiteit] zien
6. multidisciplinair (diverse deskundigen inzetten) werkt, maar is geen vast recept
Hij gaf als belangrijk verschil met vroeger mee dat toen de gezinnen zich ophielden in woningen van maximaal 50 m2. Veel zaken koest je gewoon buiten doen. Nu is dat minstens 3 x zoveel. De noodzaak om naar buiten te gaan is er veel minder. De sociale allure van de buitenruimte moet dus uitdagend en uitnodigend zijn.

Hennie van Deijck ging vervolgens in op de casus van dit atelier. Zij vroeg Fouad Akka naar voren te komen, die samen met de verhinderde Lloyd Beaton, het praktijkwerk als opbouwwerker, respectievelijk jongerenwerker, gedaan hadden in Vreewijk met betrekking tot de Mare. Zij stonden daarin niet alleen. René van der Voorn werd praktijkmanager en leidde een regiegroepje. De beide werkers stonden dus niet in hun eentje voor een ingewikkelde klus. Want van alles lag klaar. Geld was geen probleem. Een inrichtingsplan lag er ook. Maar er gebeurde niks en de omwonenden bleven klagen.
Casper Hartman werd ingeschakeld als aanjager en rapporteur. Casper redigeerde trouwens ook het boekje, ‘Gebiedsgericht werken aan een speelplek in Feijenoord, Kroniek van uitvoeringspraktijken en interventies door de sociale sector’ dat iedere deelnemer opgestuurd had gekregen. Op een prachtige en pakkende manier wordt de aanpak van de Mare er in beschreven en duidelijk gemaakt hoe gebiedsgericht werken succesvol wordt.

Daarna gingen de deelnemers in workshops uit elkaar. Daarin werd vooral gesproken welke lessen de deelnemers uit de casus trokken en wat ze vervolgens anders gingen doen.

Statements uit de groepen kwamen vervolgens terug in de grote groep. Een keur van voornemens en vooral nieuwe casussen voor de PraktijkActieSchool passeerden de revue.
Opbouwwerker, Rieks Westrik, diende ook een casus in. Hij wil met zijn directeur, Rob Meijer, aan de slag met de Wagenbergstraat. Daar zijn nieuwe bewoners gekomen in het project De Vlonders en er moet nog speelgelegenheid aan gelegd worden. Op voorhand is er veel weerstand tegen die speelgelegenheid bij de bewoners van het Fijnaartpad en achter hen wonen mensen in nog niet zo oude eengezinswoningen en ook daar liggen een aantal lastige sociale knelpunten. Rieks wil net als in de Halsterenstraat naar en situatie toe waar sprake is van zo’n moderne stadsbiotoop en dat bijvoorbeeld over een aantal jaren de Wagenbergstraat de AWARD van de meest kindvriendelijke straat krijgt uit handen van prinses Máxima. De Halsterenstraat kreeg de award in 2008 in de aanwezigheid van de populaire prinses erbij.

Het eerste atelier van de PAS, PraktijkActieSchool, werd waardig afgesloten met een borrel en een hapje. René van der Voorn zal lang in de herinnering blijven als een geweldige praktijkmanager. Jammer dat zijn hart het begaf op die zondag op de racefiets met zijn fietsvrienden.