Ruth Hofwijks vertelde wie Marlon Brown was

De afscheidsdienst van Marlon Brown ging om en om in het Nederlands en het Papiamento. Een vriendin uit de parochie van Marlon, Ruth Hofwijks, gaf haar kijk op Marlon getooid in een creatie van haar overleden vriend.
Op het bovenste fotootje Ruth Hofwijks in een jurk die Marlon voor haar maakte.

Het lied ‘Welk een vriend is onze Jezus in Papiamento’.

Een overvolle Sint Bavokerk met een zeer divers publiek, wijkbwoners, familie, vrienden en collega-artiesten.

Rouwdragers dragen de kist, de zus van Marlon en twee nichtjes wijzen naar de woning van de overledene.

‘Een bijzondere man met een bijzondere levenswijze’, noemde pastor Bert van Tol hem, en ging verder sprekend tot de kist van Marlon met: ‘eerst zullen we zes kaarsen rond je zetten. Jouw kaars is opgebrand, maar jouw verhaal is nog lang niet verteld. Ik heb een stoa om, waarvan ik me heb laten vertellen dat hij die gemaakt heeft.’

Hij noemde de dienst een uitvaartsfeest. Hij had de mensen begroet met een ‘bon bini’, ‘bon dia’ welkom, goede dag, in het Papiamento. Een gitarist, een toetsenman, geluidstechnicus en een koor verzorgden de sfeervolle muziek tijdens de dienst. De liederen gingen via de hymne Amazing Grace in het Engels gezongen, via Nos Tata, het Onze Vader, in het Papiaments, naar die bekende christelijke song.

Het Onze Vader zal hij veel gezongen hebben, dacht pastor Van Tol en misschien ook wel tijdens zijn laatste momenten alleen in huis. Waar hij 11 september in eenzaamheid overleed en pas dinsdag 13 september gevonden werd.
Verschillende sprekers noemden Marlon Brown een creator, showman en een gentleman, eigenwijs met een doel.
Gefocust zou men tegenwoordig zeggen.

Ruth Hofwijks beschreef zijn leven. Geboren op Aruba en via Curaçao naar Nederland. Waar hij verpleegkunde leerde aan het Dijkzicht Ziekenhuis. Hij was daarnaast artiest, had een eigen band. Zijn backingroep nam later aan het eind van de dienst plaats rond zijn kist. Ze zouden wat met elkaar zingen, maar de lengte van het programma en de emoties van de zangeressen liet dat niet meer toe.
Ruth vertelde ook dat hij in de wijk actief was en activiteiten organiseerde om de mensen samen te brengen.
Natuurlijk kwam het zomercarnaval ter sprake en dat Marlon met Willy Djaoen en nog een initiatiefnemer ervoor zorgden dat dit topevenement naar Rotterdam kwam.

Rotterdam en Pendrecht speelden een grote rol in zijn leven.

Iedere spreker noemde ook een andere eigenschap van Marlon Brown. Kreeg je hem aan de telefoon, dan moest je je stoel erbij nemen. Bij de eerste keer dat dat aangehaald werd ging er een gegrinnik van herkenning door het kerkvolk. Een kort gesprek werd het nooit. Hij wilde je alles vertellen. En gaf ook aanwijzingen hoe je te gedragen, aldus één van de sprekers. Die in oom Marlon een leermeester zag.

Het laatste liedje werd in het Papiamento gezongen ‘O ki Amigu ta nos Kristu’. Toen de gitarist de eerste accoorden aansloeg, was ook voor de mensen die alleen Nederlands spraken meteen duidelijk om welk lied het ging: “Welk een vriend is onze Jezus”

Zoals iedere zondag in de mis gebeurt in de Sint Bavokerk gaven de mensen elkaar een hand en wensten elkaar ‘de Vrede van Christus zij met u!’

Vervolgens ging de kist naar de zwarte auto buiten. Zij zus en nichtjes wezen naar zijn woning in de Ostreaflat, alsof ze wilden zeggen: “Blijf bij ons! We zullen je nooit vergeten!” Er werd een emmer water leeggegooid. Een gebruik op de Antillen om te zeggen: ‘Neem alle zaken met je mee’.

Marlon werd vervoerd naar Den Haag en is begraven naast de moeder van een vriend. Hij zag haar ook als zijn moeder en kocht een graf naast haar.

Er zal nog veel en met heimwee over hem gesproken worden.

Samuel Jameson Brown, Marlon, zal niet snel vergeten zijn.