Succesvol Zondagmiddagconcert met veel Pinkstermuziek

Op zondag 27 mei speelde Jan van Dijk op het mooie Vierdagorgel in de Open Hofkerk in het kader van de Zondagmiddagmuziek in de Open Hof Kerk, maar maakte een uitstapje naar het kleine orgel dat tijdelijk in de kerk staat. Het concert stond overigens ook helemaal in het kader van van de jubileumconcerten van Rotterdam Orgelstad.
De opening van het concert in het kader van de Zondagmiddagmuziek in de Open Hof kerk op zondag 27 mei werd verricht door Guus Ruijl voorzitter van de kerkenraad van de wijkgemeente Slinge. Hij sprak tot een goed gevulde concertzaal op de mooie eerste pinksterdag van 2012.

Hij wees op het belang van het getal 7, dat in het christelijke geloof een bijzondere plek heeft. 7 dagen, het getal van de volheid, een heilig getal. Het concert van Jan zou ook 7 werken beslaan en het was Pinksterzondag en met Pinksteren vieren de christenen tenslotte ook de voltooiing van het werk van hun heer. De inleider had ook allerlei loftuitingen op Jan, die al diverse jubilea achter de rug heeft en waarvan enkelen in de Open Hof Kerk en rond het Vierdagorgel gevierd zijn. Dit keer is het zijn dertig jarig jubileum als organist van deze kerk.
Jan stond op dat moment in de deuropening van de kerk en ontving bij zijn binnentreden een hartelijk applaus.

Eenmaal achter het orgel gezeten bracht Jan van Dijk de baspartijen ten gehore die vooraf gaan aan:

1. Passacaglia in c, BWV 582. Jan is een groot bewonderaar van Bach en speelt met liefde en plezier muziek van deze componist, die leefde van 1685 tot 1750. De eerste acht maten daarvan worden op het pedaal gespeeld.
Jan schreef erover in de toelichting, die aan de deur werd uitgereikt:
“Deze melodie met die springende kwint omhoog aan het begin en de dalende kwint aan het slot komt namelijk in de hele compositie, terug meestal in de bas, later ook in de handen. De eerste variaties zijn rustig en worden gespeeld met fluiten, later als de ritmen wat pittiger worden ga ik over op prestantregisters, zowel van het hoofdwerk als van het borstwerk. Het middendeel met de vloeiende arpeggio’s speel ik weer met zachte fluiten waarna een nieuwe opbouw volgt die niet meer te stuiten valt. Wanneer het “thema fugatum” komt gaat de mixtuur weer dicht. Het thema krijgt dan een tegenthema dat in de hele fuga terugkomt. Na een middendeel met lichtere klanken op het borstwerk volgt dan de climax met mixturen, trompet en onze bazuin-achtige fagot.”

Vervolgens ging de organist over naar een Franse componist:

2. Jehan Titelouze (1563 – 1633) en zijn Hymnus Veni Creator in 4 versetten. Oude muziek maar muziek die helemaal hoort bij de ere dienst op Pinksteren en goed klinkt op het Vierdagorgel en in de kerk. Genieten voor de bezoekers van het concert.
Jan schrijft over deze compositie in de toelichting:
“In de oudste vormen van het Christendom vinden we het Pinksterfeest al vermeld. Natuurlijk gebaseerd op Handelingen 2 vers 1 “zij werden allen vervuld met de Heilige Geest”werd dit feest door de kerk omarmd en gevierd op de 50e dag van Pasen: de Pentecoste, de vijftigdagentijd. Sinds het einde van de tweede eeuw (!) wordt het feest al genoemd in de kerkelijke literatuur. Er ontstaan twee belangrijke Hymnen: Veni Sancte Spiritus en Veni Creator Spiritus. Beide hymnen zijn bekend gebleven in de hele kerkgeschiedenis, ook ná de reformatie en hebben we ook in ons “Liedboek voor de Kerken”. Zij zullen ongetwijfeld weer opgenomen worden in het nieuwe liedboek dat volgend jaar verschijnt.”
En:
“Ik begin met twee variatiewerken over “Veni Creator Spiritus”, eerst een hele oude van Titelouze waarbij de melodie in lange noten gespeeld wordt waaromheen de andere stemmen omspelingen maken. In dit verband wil ik u wijzen op de techniek “voor-imitatie”: imiteren is eigenlijk na-doen, voor-imiteren is “van te voren na-doen”. De melodie of deel van de melodie is dan in verschillende stemmen al te herkennen voor de echte “cantus firmu” de “gegeven stem” klinkt.
In deze oude muziek moet u geen emotionele uitbarstingen verwachten. Verplaats u in de oude tijd: de mensen hebben nog alle tijd, bevinden zich in een prachtige kathedraal en genieten van koorzang en orgelmuziek.
In de eerst variatie hoort u de melodie in de bas, gespeeld met de Cromorne van het borstwerk en begeleid met de fluiten van het hoofdwerk. Ook in de tweede variatie is de melodie goed te volgen, na de voorimitaties klinkt hij in de sopraan. In de derde variatie klinkt de melodie in de middenstem, gespeeld met de prestant 8’van het pedaal. De laatste variatie is wat moeilijker te volgen. Alle regels van het lied krijgen verschillende inzetten verwerkt in een polyfone compositie. Probeert u maar eens te raden hoeveel verschillende thema-inzetten te horen zijn!!”

Iets heel anders, veel recenter werk kwam daarna met:

3. Gabriël Verschraegen (1919 – heden), Partita per Octavi Toni super “Veni Creator”. Een stuk waarin speels gebruik gemaakt werd van de mogelijkheden van het prachtige orgel van de Open Hof Kerk.
Jan van Dijk schreef in zijn toelichting:
“Na de oude muziek over Veni Creator speel ik een variatiereeks van de indertijd bekende Vlaamse kerkmusicus Gabriël Verschraegen, het zijn totaal ZEVEN korte, aansprekende variaties, toewerkend naar de climax in de laatste variatie met zeer grote akkoorden en grote klank.
Tijdens deze werken kunt u gerust gezang 237 uit het liedboek voor u nemen en de tekst tot u laten doordringen.”

Waarna Van Dijk weer terug ging naar een oude meester met:

4. G. Ph. Telemann (1681 – 1767), Komm, heiliger Geist, Herre Gott, dat op het kleine orgel dat tijdelijk in de kerk staat door Jan van Dijk liefkozend: ons “asiel-orgel” genoemd wordt. Het kleine instrument bracht een verrassend vol geluid voort.
Jan schreef er in zijn toelichting het volgende over en gebruikt de term van hiervoor:
“Daarna speel ik twee werken over de Lutherse versie van de hymne “Veni Sancte Spiritus”. In de Lutherse traditie bekend als “Komm, heiliger Geist, Herre Gott”. U vindt dit in ons liedboek als gezang 240. Eerst een eenvoudig bewerking van Telemann waarbij u de melodie hoort in de sopraan. Ik speel dit koraal op ons “asiel-orgel”. Dit orgel zocht een paar jaar onderdak omdat het door een gulle gever in bruikleen wordt gegeven aan de nieuwe Pauluskerk die momenteel wordt gebouwd. Het is een mooi, klein orgeltje zonder pedaal, gebouwd door de fa. Fama en Raadgever. Het speelt heel licht en vraagt dus even wat aanpassing van de speeltechniek van de organist. Maar u zult ervaren hoe mooi dit orgel klinkt!”

Weer terug naar de grote meester met:

5. Joh. Seb. Bach, Komm, heiliger Geist, Herre Gott, BWV 651. Met het grotere volume van de componist en het Vierdag-instrument
Of zoals Jan dat zelf schreef in zijn toelichting:
“Dan volgt op het Open Hof-orgel de grootste bewerking van Joh. Seb. Bach waarbij de c.f. in de bas klinkt met de fagot. Bach schrijft boven deze compositie “In Organo Pleno”, dat betekent eigenlijk met het volledige plenum maar dat is in onze verkleinde kerk toch wel wat veel gedurende 7 minuten dus ik kies voor de prestanten t/m de 2’.”

Dan werk van de componist, organist waaraan Jan van Dijk veel heeft te danken:

6. Arie J. Keijzer (geb. 1932), Partita over Psalm 19, helemaal Pinksteren en in 2 variaties met een koraal.
Jan schreef hierover in zijn toelichting:
“Dan de “Rotterdamse” compositie: zoals u in het programmaboek van Rotterdam Orgelstad kunt lezen is Arie Keijzer jaren lang organist geweest van De Doelen en docent aan het Conservatorium. Voor mij persoonlijk heeft hij zeer veel betekend: als amateur heb ik al jaren les van hem gehad in Middelharnis, zelfs in mijn opvoeding heeft hij een rol gespeeld want hij woonde een paar jaar bij ons in “Van Dijk’s Pension” dat mijn moeder leidde. Ook heb ik mijn eerste aanstelling als kerkorganist in Oude-Tonge op 13-jarige leeftijd aan hem te danken. Psalm 19 in de “oude” berijming had als tekst “Het ruime hemelrond, vertelt met blijden mond, Gods eer en heerlijkheid. De held’re lucht en ’t zwerk verkondigen zijn werk en prijzen zijn beleid.” Dat is toch een schitterende basis voor het Pinksterfeest?
De compositie is geheel “neo-barok”, geheel in de stijl van ons orgel. Inleiding, 2 variaties en koraal.”

Tot slot het bekende werk van:

7. L. Boëllmann (1862 – 1897), Suite Gothique
• Introduction-Chorale
• Menuet Gothique
• Prière à Notre-Dame
• Toccata
Eén van de toehoorders trok de schouders op opgeschrikt door het luide intro, dat vermag het grote volume van het schitterende orgel van de Open Hof Kerk.
“Tenslotte de volledige “Suite Gothique” van Boëlmann, misschien niet stijlvol in dit programma maar deze vorm van romantiek klinkt ook heel goed in onze Open Hofkerk!
Ik speel deze compositie op verzoek van enige gemeenteleden maar ik doe dat met ongelofelijk veel plezier.
Aldus de uitvoerende organist in zijn schriftelijke toelichting.”

In zijn nawoord prees de voorzitter van de kerkenraad Guus Ruijl de uitvoerende muzikant en bedankte hem voor het prachtige concert.

Over de muzikant.

Er is op deze site al veel te lezen over Jan van Dijk. En misschien is wat hieronder staat wel erg veel herhaling. Maar Jan van Dijk verdient met zijn enorme staat van dienst als organist, dirigent en musicus deze herhalingen dubbel en dwars.
Bij het concert werd in het programma nog eens kort op een rijtje gezet wie Jan van Dijk is.
Vitaal Pendrecht neemt die tekst met waardering over:
‘Jan van Dijk is organist van de Open Hof Kerk te Rotterdam-Pendrecht. Daarvóór was hij organist te Oude Tonge (benoemd op 13 jarige leeftijd), Middelharnis en Zierikzee. Als Amateur kreeg hij les van Arie J. Keijzer in Middelharnis. En van Bé Hollander in Wageningen. Tijdens zijn studie aan de Pedagogische Academie te Ede kreeg hij muziekles van Johan van Dommele. Zijn vakopleiding ontving hij aan het Rotterdams Conservatorium en aan het Koninklijke Conservatorium te Den Haag. Hij studeerde orgel bij Piet van de Kerkhoff, Arie Keijzer en Joh. Th. Lemckert, piano bij Bart Berman en kerkmuziek bij Barend Schuurman.
Na zijn conservatoriumstudie studeerde hij aan de zomeracademie te Haarlem en later privé bij Bernard Bartelink. Andere zomercursussen volgde hij in Mechelen bij Flor Peters en in Salamanca (Spanje) bij Guy Bovet.
Jan van Dijk gaf concerten in Middelharnis, Zierikzee, Goes, Rhoon, Amsterdam, Utrecht, en Rotterdam. In het buitenland concerteerde hij in Oostenrijk en Tsjechië.
Behalve organist was Jan koordirigent in Middelharnis, Rhoon, Hardinxveld en Rotterdam. Vanaf 1976 was hij directeur van de muziekschool in Barendrecht en later directielid van de Toonkunstmuziekschool voor de Drechtsteden.
Voor zijn muzikale en organisatorische werkzaamheden in Rotterdam-Pendrecht werd aan hem op 20 februari 2000 de Prijs voor Kunst en Cultuur 1999 van de deelgemeente Charlois uitgereikt. Bij zijn afscheid van de muziekschool in 2004 ontving hij de waardingsspeld van de gemeente Barendrecht.
Ter gelegenheid van zijn 25-jarig jubileum als organist van de Open Hof Kerk werd hij in 2007 onderscheiden door de kerkvoogdij met het draaginsigne in zilver en met de Karel de Stoutespeld van de deelgemeente Rotterdam Charlois.
In september 2011 ontving hij het draaginsigne in goud bij de viering van zijn 50-jarig jubileum als organist.

Jan van Dijk verzorgt zomerconcerten:

Zaterdag 23 juni om 13:30 uur in de Hooglandse Kerk te Leiden.

Zaterdag 7 juli om 16:00 uur in de Grote Kerk Zaltbommel.