Componist Addie de Jong koos uit het oudste van de vier evangelieverhalen, dat van Marcus, en wel de hoofdstukken 14 en 15. In de compositie van De Jong worden de verbindende bijbelteksten niet door een tenor maar door een sopraan gezongen. In dit geval was dat Lisette Emmink. Een strijkorkest begeleidde haar. Op die manier ontstaan er grote contrasten met de rollen die door mannen gezongen worden. Erik Slik, Frits Karkens en Jan Douwes vertolkten de woorden van Jezus, Petrus, Judas, Pilatus en de hogepriester. Erik Slik (bas zong) de woorden van Jezus en werd door het orgel begeleid. De anderen kregen begeleiding van fluit, hobo en cello.
Een tweede sopraan zong de tekst van de slavin, die Petrus ontdekte. Alle groepsteksten werden door het koor gezongen met begeleiding van voltallige orkest. Dat koor zong ook de koralen.
In 1983 werd de Marcus Passie voor het eerst uitgevoerd in de Goede Herderkerk te Rotterdam. Dat gebeurde toen onder begeleiding van de componist. Nu was de leiding in handen van Jan van Dijk, die de sopraan bij de weg naar Golgotha twee keer stopte, omdat ze naar zijn idee te langzaam inzette. Van Dijk staat voor een perfecte uitvoering.
Aan de reacties van het publiek te horen was de dirigent daar goed in geslaagd.