Dames en heren,
Het aanpakken van stadswijken die afglijden doen we vóór mensen, doen we mét mensen. Een maand geleden heb ik daarom tijdens de spitsbijeenkomst over de zogenoemde ’50-wijkenaanpak’ een toezegging gedaan: ik bezoek álle gebieden die met voorrang worden vernieuwd. Om kennis te maken met de mensen en om kennis te nemen van de specifieke omstandigheden. Omdat iedere wijk anders is en een eigen aanpak vraagt. Ik ben inmiddels al in Amsterdam-West geweest en nu ben ik dus hier bij u in Rotterdam-Zuid.
Rotterdam wist wel wat er gebeuren moest direct na de Tweede Wereldoorlog: bouwen. Drie grote uitbreidingswijken stonden voor Rotterdam-Zuid op het programma; Lombardijen, Zuidwijk en de bekendste: Pendrecht. Het werd een leefgemeenschap met een eigen centrum, met scholen, winkels en kerken. Daaromheen woonbuurten met galerijflats, portiekflats, een paar rijen eengezinswoningen en bejaardenwoningen. Een zorgvuldig ontworpen geheel waar generaties Rotterdammers voorspoedig zijn opgegroeid.
Om vitaal en sterk te blijven moeten steden en wijken zich echter steeds vernieuwen. Pendrecht bestaat voor 80% uit goedkope huurwoningen van De Nieuwe Unie. Huizen die volgens de huidige maatstaven te klein en verouderd zijn. Om de wachtlijsten op te schonen werd hier acht jaar geleden bovendien het aanbodmodel ingevoerd. Een laag jaarinkomen is sindsdien het enige toewijzingscriterium. Mede daardoor is Pendrecht snel verarmd en verkleurd. Door opeenstapeling van fysieke en sociale problemen, kreeg de wijk te kampen met een onprettig en onveilig leefklimaat.
Gelukkig is er in Pendrecht al veel verbetering in gang gezet. Een aanpak waarbij de oorspronkelijke stedenbouwkundig opzet zoveel mogelijk wordt gerespecteerd, maar de buurten wel grondig op de schop gaan. Hier in het noordelijk deel wordt volop gesloopt, gebouwd en verbeterd en in het zuidelijk deel gaan zelfs alle portiekflats plat om woningen terug te kunnen bouwen in een mix van koop en huur.
Op 8 oktober kwamen in Den Haag wethouders, corporatiebestuurders, bewonersvertegenwoordigers en experts bijeen om te zoeken naar versnelling in de herstructurering onder het motto: lef en leiderschap. Zonder die eigenschappen komt er immers weinig van de grond. Maar mét lef kun je ook een hoop tegenwind oogsten. Dat bleek wel uit het verhaal van de heer Overboom.
Des te meer reden is er om De Nieuwe Unie te prijzen. Opnieuw heeft men de nek uitgestoken. Ditmaal voor het project Herkingen. Een project dat 177 eensgezinskoopwoningen in diverse uitvoeringen omvat. Gezien de moeilijke markt voor koopwoningen boven de 200.000 euro – in dit deel van Rotterdam – is het een teken van lef dat De Nieuwe Unie garant heeft willen staan, terwijl nog slechts 31% van de woningen is verkocht.
Zo is vertraging van het project voorkomen. Dat is van groot belang, want juist dit soort projecten helpt de steden sterk te houden. Door middengroepen te binden – ook in wijken als Pendrecht – en de doorstroming op de woningmarkt te bevorderen.
De les die de heer Overboom ons heeft voorgehouden is duidelijk: lef en leiderschap zijn van groot belang voor tempo in de stedelijke vernieuwing. Maar alleen als die lef gedragen wordt. Gedragen door duidelijkheid over de inzet van geld en faciliteiten. Gedragen ook door een gezamenlijke visie van gemeente en corporatie en de steun van bewoners.
Want het aanpakken van verouderde stadswijken die afglijden of dreigen af te glijden, doen we vóór en mét de mensen die er wonen en werken. Voor de mensen die zich met de buurt verbonden voelen en er willen blijven. Juist ook de mensen die nu nog vaak wegtrekken. Een aantrekkelijke nieuwe woning – bijvoorbeeld hier in Herkingen – kan ze voor de stad behouden.
Ik dank u wel.