Vaarwel Aat

Verbijsterd waren we’, zei pastor Johan Bos, ’toen we hoorden van het plotselinge overlijden van Arie ‘Aat’ Vlaardingerbroek.

Aat zat op 18 januari in de Open Hofkerk de jaarvergadering van de Huurderscommissie van zijn Zuiderparkflat nog voor. Hij is al heel lang de voorzitter van die commissie en dat is niet het enige wat hij allemaal deed.

Hij was in de gemeente en in de Open Hofkerk op allerlei plekken actief.

Geen wonder dat er dan ook veel mensen uit de sfeer van de protestantse gemeente Slinge bij de uitvaartplechtigheid aanwezig waren. En ook niet verwonderlijk dat er bijna opnieuw een soort van tweede jaarvergadering van de flat plaatsvond. Alleen in een andere omgeving. De omgeving van het uitvaartcentrum.

Gevuld met allemaal mensen die overvallen waren door het bericht van Aat’s overlijden.

In de dienst klonken veel psalmen, die voor sommige aanwezigen helemaal nieuw waren, maar wel duidelijk maakten wat voor man Aat was. In zijn overdenking noemde de pastor hem een lieve en zorgzame man. Altijd een heer, zelfs in ketelpak zag hij er netjes uit. Eronder droeg hij steevast een stropdas.
Hij haalde ook een minder goede kant van Aat aan. Hij noemde hem gesloten. Een oester, zei één van zijn buren.

Toch wist je altijd wel hoe Aat over dingen dacht. Dat maakten zijn houding of zijn blik wel duidelijk. Maar een prater, nee, dat was hij niet.
Eigenlijk een echte Rotterdammer: ‘Kenniet bestaat niet’ was zijn adagium.

Buiten stond de wagen al klaar om Aat naar het crematorium te brengen. Dat gebeurde in stilte.

Vaarwel Aat. Er zal nog heel vaak over je gepraat worden in de flat, in de wijkgemeente en ook in de wijk.