Waar komt die rotzooi toch vandaan?

Etta Sehic liep over straat met een bord en een deksel erop om de maaltijd warm te houden. Ze hoefde niet eens te bellen bij Koos ter Horst. Hij deed uit zichzelf de deur open.

‘Sjannie, kom eens kijken!’, riep ze over de straat. Ze wees haar buurvrouw, tegelijkertijd een ander zorgenkind van haar, op blikjes flesjes en sigarettenpeuken. Even later komt Bep van de Tiengemetensingel erbij. Bep had al lopen roepen over brood in haar tuin. Ze schold de bovenbuurman uit voor alles wat los en vast zit.

Sjannie vergoeilijkte de man, want hij doet dat om de vogels te voeren en die gooien vervolgens het overschot in de tuin van Bep. De bovenbuurman van Bep is overigens hartstikke doof, dus heeft geen last van het geschreeuw van Bep. En uiteindelijk zijn Bep en hij ook goeie vrienden, maar toch …..

Kortom de zooi werd in de container gedumpt en de veroorzaker werd snel duidelijk en gemeld bij Han Adema, de buurtagent. Maar Sjannie zou Sjannie niet zijn als ze ook even zelf op de veroorzaker afgaat en hem duidelijk maakt dat de afspraken in straat ook door bezoekers van hen gerespecteerd moeten worden.

Sjannie vindt overigens nog steeds dat mensen als Etta en Bep, die Karel de Stoute speld meer verdiend hebben dan zij zelf. Maar dat helemaal terzijde.