Hoor de mieren schreeuwen

Joop van der Hor, de man van Charlois 550 en nu van Heijplaat, Wielewaal en het Zuiderpark. Hij zat in de organisatie van de Literaire Avond in de Pauluskerk. Het thema van de avond was de moord op Sedar Socrates Soares. Alex Boogers de schrijver van het boek “Wanneer de mieren schreeuwen” was er en werd door Dick Gebuys aan de tand gevoeld. Antpn Zijderveld had een verhaal over Humor van Nu, Vroeger en Alle Tijden, Humor en Stereotiepen.

De ontvangstruimte van De Pauluskerk was goed gevuld en vanaf het balkon keken de ‘gebruikelijke’ bezoekers van de Pauluskerk toe.

De column van Joop van der Hor volgt hieronder:

Ik heb zin in zinvol geweld

Een regelrecht cadeautje, zo heb ik de vier dagen in het Portugese Lissabon ervaren. Zittend in de gul schijnende winterzon op het terras van de in 1900 door een leerling van Gustave Eiffel ontworpen Elevador de Santa Justa, die ruim 30 meter boven de huizen en winkels van de Bairro Alto uittorent, een heerlijke rode port drinken.

Zaterdagavond 1 februari 2003 keer ik terug uit Lissabon. In de bus tussen Schiphol Airport en de parkeerplaats hoor ik een man zeggen; ‘doodgeschoten omdat het jochie een sneeuwbal gooide’. Ik schrok, maar mijn hart ging sneller slaan toen ik vernam dat het slachtoffertje
woonachtig was in het gebied waar ik als politieman werkzaam was. Wederom een slachtoffer van zinloos geweld.

Sedar Soares, een Kaapverdisch-Nederlandse jongen van dertien jaar oud, had vanaf het parkeerdek bij metrostation Slinge met 5 andere kinderen sneeuwballen gegooid naar voorbijgangers en passerend auto’s. Opeens werd er op de jongens geschoten, waarbij Sedar Soares door een kogel in het voorhoofd wordt getroffen. Hij overleed een paar uur later aan zijn verwondingen. Ik moest denken aan ‘Zwart-Wit’, het nummer van zanger Frank Boeijen over racisme; ‘denk niet zwart, denk niet wit, maar in de kleur van je hart’. Zouden er ook automobilisten doorgereden zijn omdat ze geen bloed wilden op zijn achterbank?

Morgen weer aan de slag en ik wist nu al wat mij te doen stond. De andere ochtend kreeg ik van mijn districtschef de opdracht om mij met de pers bezig te houden en dat deed ik tot op het moment dat drie dagen later door over elkaar heen rollende persfotoratten het vers gedolven graf van een jonge vrouw en de daarop liggende bloemen werden vertrapt om toch vooral een mooi plaatje te kunnen schieten van de huilende moeder van Sedar en de overige familieleden. Niet de stille tocht voor de jonge Charloisser maakte een verpletterende indruk op mij, maar de schofterige houding van een deel van de fotograferende media.

Eerder had ik de stille tocht op Plein 53 in beweging gezet. Niet dat dit mijn taak was maar omdat de grote menigte niet wist in welke richting bewogen moest worden. Er dreigde een gevaarlijke situatie te ontstaan doordat een welzijnswerker die de stille tocht in goede banen moest leiden, het niet meer in de hand had. Ruim 1000 mensen hadden zich op het plein verzameld. Ik nam de leiding over en gaf via de geluidsinstallatie instructies aan politie te paard en belangstellenden. Ook hier persmuskieten die niet de kogel maar wel een hele flinke harde ijskoude sneeuwbal verdienden. Ik kreeg spontaan zin in zinvol geweld!

Maanden later ben ik nog eens teruggegaan naar het graf van de jonge Soares. De plek lag er verlaten en vredig bij met een half verdroogd boeketje ten teken dat niet iedereen Sedar was vergeten. In april 2004 werd Gerald H. een van Curacao afkomstige Rotterdammer opgepakt voor de moord die door de rechter als doodslag werd beoordeeld. De man werd aanvankelijk veroordeeld tot 15 jaar maar werd in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs vrij gesproken nadat twee ooggetuigen hun verklaring om onduidelijke redenen hadden ingetrokken. Uit angst? Wie is die Gerald H.? dat hij vanuit het Huis van Bewaring kennelijk in staat is om invloed uit te oefenen op getuigen? En weer voelde ik een plotseling opkomende behoefte om zinvol geweld toe te passen. Raar want ik kan nog geen mier doodslaan en al helemaal niet als ik ze hoor schreeuwen.
‘Wanneer de mieren schreeuwen’ is de titel van het boek over Sedar ‘Socratis’ Soares dat Alex Boogers over het parkeerdekdrama schreef. Vreemde titel voor een boek over een jongen die na het gooien van een sneeuwbal werd doodgeschoten. Meer voor de hand liggend is ‘Rode sneeuwballen’ of iets zoiets. Maar Boogers is niet ‘voor de hand liggend’ dus toch maar even opgezocht naar het waarom van deze titel voor zijn novelle;
Ik heb te lang gezwegen. Te vaak toegekeken. Er bestaat een boeddhistisch verhaal over een Indiase monnik die naar China reisde om in een grot negen jaar naar het geschreeuw van de mieren te luisteren. Ik ben negen jaar stil geweest. Ik heb tot God gebeden. Ik had gehoopt dat Hij mijn hart tot rust kon brengen. Ik weet wat de monnik gehoord moet hebben. Wanneer je zo stil bent dat je de mieren hoort schreeuwen weet je dat het moment gekomen is om te getuigen.
Zouden de getuigen van toen de mieren ooit nog horen schreeuwen? Ik hoop het voor de nabestaanden van de jonge Sedar Soares en voor de gerechtigheid maar vooral ook voor henzelf want zolang zij de mieren niet horen schreeuwen zullen zij in angst leven en heeft Gerald H. niet 1 maar minstens 3 mensen het zwijgen opgelegd.

Joop van der Hor, 25 maart 2014