Kroniek van wijkpredikant Polhuis in Kerkblad

Via de kerkenpagina is de website van de Protestantse gemeente Pendrecht Heijplaat bereikbaar en ook de Kroniek, maar hieronder ook even op de pagina van Pendrecht Universiteit de tekst van de kroniek:

Kroniek september 2008
Begin van de zomer verscheen de eerste Sociale index van Rotterdam. In deze index wordt gemeten hoe het met Rotterdam en de wijken gesteld is op een viertal onderdelen: capaciteiten, leefomgeving, participatie en sociale binding. Onder deze vier kopjes gaat het om zaken als de gezondheid van bewoners, hun taalbeheersing, de mate waarin zij aan activiteiten deelnemen, of zij zich gediscrimineerd voelen, zich prettig voelen in de buurt waarin zij wonen.

Ik moet u zeggen dat ik het rapport met verbijstering gelezen heb. Pendrecht scoort als een van de minste wijken van heel Rotterdam. De Tarwewijk scoort nog 0,1 lager. Letterlijk staat er in het rapport:´ Pendrecht (4,6) is eveneens een probleemwijk. De lage score is het gevolg van lage scores op bijna alle punten. Gezondheid, inkomen en betaald werk zijn in het bijzonder problematisch. Een lichtpunt is de sociale inzet. Die is redelijk hoog.` Om het nog iets preciezer te zeggen. Pendrecht is net als alle andere wijken op 14 punten doorgemeten. Drie daarvan vallen in de categorie ´sociaal zeer zwak´ (werk en school, voldoende inkomen, goede gezondheid). Vijf meetpunten worden als probleem omschreven ( voldoende taalbeheersing, voldoende opleiding, binding met de wijk, sociale contacten en sociale en culturele activiteiten). Kwetsbaar is Pendrecht als het gaat om discriminatie, huisvesting, voorzieningen, vervuiling en overlast, de vele verhuizingen). Alleen de sociale inzet krijgt een kleine voldoende.

Mijn verbijstering is er niet omdat het rapport mij iets nieuws vertelt. Al vele jaren weten we dat Pendrecht een probleemwijk is. Ook al praten we daar niet liever niet meer over. We moeten niet oproepen wat we bestrijden willen, is daarvan de achterliggende gedachte. Wie regelmatig door Pendrecht wandelt en met bewoners spreekt, weet dat het leven en wonen in Pendrecht zijn schaduwkanten heeft. In dat opzicht vertelt het rapport niet zo veel nieuws. Het bevestigt alleen maar wat veel bewoners al lang weten.

Het verbijsterende van het rapport ligt voor mij ergens anders. De afgelopen jaren heb ik gezien dat de politiek en het welzijnswerk in de wijk zich in velerlei opzicht ingespannen hebben. Nieuwe werkers zijn er gekomen, extra gelden vrijgemaakt. Van dichtbij heb ik gezien hoe men zich voor Pendrecht ingezet heeft. Het rapport laat zien dat het resultaat van al die extra inzet maar miniem is. Nu kan men zeggen dat het zonder die extra inspanning nog erger geweest was. Het is mogelijk, maar met de extra inzet is het iet veel beter geworden.

Dat roept de vraag op wat met name de politiek, stedelijk en deelgemeentelijk, met dit rapport gaat doen. Nog meer mensen, nog meer welzijnswerkers? Of zou het rapport ook niet een aanleiding kunnen zijn om zich te bezinnen op de vraag of dat allemaal wel helpt.

In de Amsterdamse politiek probeert men ook een antwoord op die vraag te formuleren. Daar kiest men heel voorzichtig niet voor nog meer welzijnswerk. Nee de grote welzijnsorganisaties krijgen juist minder. Nauwkeuriger wordt er gekeken naar kleinschalige door bewoners zelf gedragen initiatieven. Dat zou een weg kunnen zijn. De bewoner niet langer als object van zorg, maar als drager van zijn eigen welzijn. Het lijkt mij, jet rapport lezend, de moeite van het proberen waard.

At Polhuis