Goede raad is gratis! Kwetsbare verkeersdeelnemer

Op de Slinge was de zoon van mevrouw Van B. met zijn fiets in aanrijding gekomen met een auto. Het was na vijven, nogal druk op de Slinge, schemerend en regenachtig. Niet bepaald een ideale verkeerssituatie, waarin de zoon wilde voorsorteren om linksaf te slaan bij de kruising. Volgens hem was er ruimte genoeg, maar die bleek er niet te zijn, althans: opeens was daar de auto en de botsing.
De automobilist was zeer kwaad: “Die jeugd van tegenwoordig… Ze doen maar… Dat gooit die fiets maar heen en weer!” . De politie was erbij gekomen en had er op toegezien dat het schadeformulier werd ingevuld. Maar nu, twee dagen later, lag er toch een lelijke brief op de mat, waarin gesteld werd dat het ongeval geheel te wijten was geweest aan de zoon. En of hij maar even wilde betalen…………… Kan dat nou zomaar?
Zonder beschermingsmiddelen – zoals bumpers of kreukelzones – krijgen fietsers voetgangers en andere niet gemotoriseerde verkeersdeelnemers na een verkeersongeval relatief vaak te maken met de langdurige gevolgen van letsel. De wetgever heeft daarom een regeling gemaakt waarin deze verkeersslachtoffers extra beschermd worden en heeft daarom besloten in dergelijke gevallen alle aansprakelijkheid op het motorvoertuig te leggen tenzij…… Dat “tenzij” is nogal ingewikkeld. Om te beginnen ligt hier alle bewijslast bij het motorvoertuig. Hij zal moeten bewijzen dat hemzelf niets te verwijten viel. Zo moet er bijvoorbeeld aantonen dat hij zijn snelheid heeft aangepast aan de omstandigheden (50 km/h kan soms veel te hard zijn) en dat hij adequaat heeft gereageerd toen de fietser voor hem in beeld kwam. Een eventuele verkeersfout van de fietser moet verder voor de auto zo ongebruikelijk zijn, dat hij daarmee geen rekening hoefde te houden. Bij een fietser onder de 14 jaar gaat de bescherming nog verder en is een automobilist praktisch altijd aansprakelijk voor alle schade. Vanaf 14 jaar is de eigenaar van het motorrijtuig minimaal voor 50 procent aansprakelijk voor de schade die de fietser oploopt. Of deze meer krijgt dan 50 procent vergoeding hangt af van de verkeersfouten van beide partijen. De automobilist moet de fouten van de fietser/voetganger aantonen en dat kan ertoe leiden dat de automobilist een percentage van zijn schade vergoed kan krijgen en (minimaal 50 procent) moet bijdragen in de schade van de fietser.
Voorbeelden. 1. Bij een aanrijding heeft een automobiliste voor 80 procent het ongeval veroorzaakt en een negentienjarige fietser voor 20 procent. De fietser krijgt dan 80 procent van zijn schade vergoed. En de automobiliste dus 20 procent van haar schade. 2. Een automobilist heeft voor 25 procent het ongeval veroorzaakt en een 60 –jarige fietser voor 75 procent. Normaalgesproken zou de fietser slechts 25 procent vergoed krijgen. De fietser ontvangt toch minimaal 50 procent van de schade. Én betaalt dus 75 procent van de schade van de automobilist.
In dit geval ging het om een jonge van 12 jaar en daarmee was de schuldvraag geen probleem meer. De aansprakelijkheidstelling werd omgedraaid en automobilist moest de schade aan de fiets geheel vergoeden, terwijl hij voor zijn eigen schade niets ontving. Daar was hij het niet mee eens…………