Vorige week vrijdag heb ik vernomen dat er in het pand boven de voormalige schoenenwinkel de Zeeuw, een opvang komt voor een begeleid woonproject voor jongeren, dit zou voorheen in de Velden in Zuidwijk zijn gevestigd. Er zijn al enige tijd werkzaamheden aan de gang in dat pand en het schijnt dus al verbouwd te zijn.
Ik heb vrijdag gelijk gebeld met de Deelgemeente en de beheercoördinator en de wijkcoördinator waren met vakantie, dus kreeg ik de gebiedsmanager aan de telefoon die één en ander zou uitzoeken.
Vanochtend werd ik gebeld door de wijkcoördinator en zij vertelde me dat ze het erg jammer vond dat de Deelgemeente dit van mij moest horen, omdat ze er zelf totaal niet van op de hoogte waren. Eén en ander is buiten de deelgemeente om gebeurd, aldus een bewoonster die op het pand uitkijkt en er bouwwerkzaamheden in zag plaatsvinden.
Zij is er tamelijk boos over, vooral omdat ze weet dat er in kaart is gebracht hoe de wijken met opvang zitten en dat Pendrecht op die kaart in het rood staat. Dus geen wijk is waar extra opvang bij kan. Zij heeft het idee dat Pendrecht het vuilnisputje is. Er is in Pendrecht al zoveel opvang en begeleid wonen en bewoners ondervinden daar al genoeg overlast van.
Bovendien vindt ze het niet kloppen met het gegeven dat de oudere bewoners nergens terecht kunnen in de wijk en met mooi weer op de bankjes op het Plein 1953 zitten en als ze dan naar het toilet moeten kunnen ze dat thuis gaan doen. Alle mooie verhalen over de wijk worden wat haar betreft niet waar gemaakt. Zij is duidelijk teleurgesteld, dat heeft ze ook goed laten blijken aan de gebiedsmanager en de wijkcoördinator.
Ze denkt dat de deelgemeente vergunningen moet verlenen en dus nog invloed kan hebben. De wijkcoördinator zei haar dat ze Bouw en Woning Toezicht er naar laat kijken.
Met Zuidwijk gaat het beter volgens de bewoonster beter dan met Pendrecht. Wij worden een vergaarbak van allerlei vormen van opvang. Dit soort dingen dragen ook niet bij aan de economie van onze wijk, veel opvang en begeleid woonprojecten zijn op de dag op een sociale werkplaats of dagopvang aangewezen en daar wordt vaak gegeten dus boodschappen in de wijk worden er niet gedaan, voegt ze er aan toe.
Misschien ben je het niet met mij eens en je kunt er natuurlijk ook niet aan doen, maar ik geef het je door, schrijft ze de opbouwwerker.